24.11.2012   

NL

Publicatieblad van de Europese Unie

C 366/22


Verzoek om een prejudiciële beslissing ingediend door het Handelsgericht Wien (Oostenrijk) op 30 juli 2012 — Michael Timmel/Aviso Zeta AG

(Zaak C-359/12)

2012/C 366/39

Procestaal: Duits

Verwijzende rechter

Handelsgericht Wien

Partijen in het hoofdgeding

Verzoekende partij: Michael Timmel

Interveniënte aan de zijde van verzoekende partij: Lore Tinhofer

Verwerende partij: Aviso Zeta AG

Prejudiciële vragen

1)

Moet artikel 22, lid 2, van verordening (EG) nr. 809/2004 van de Commissie van 29 april 2004 tot uitvoering van richtlijn 2003/71/EG van het Europees Parlement en de Raad wat de in het prospectus te verstrekken informatie, de vormgeving van het prospectus, de opneming van informatie door middel van verwijzing, de publicatie van het prospectus en de verspreiding van advertenties betreft (prospectusverordening 809/2004) (1), aldus worden uitgelegd dat in principe verplicht op te nemen informatie die op het tijdstip van de goedkeuring van het basisprospectus nog niet bekend was, maar op het tijdstip van de publicatie van een document ter aanvulling van het prospectus reeds bekend is, in dit aanvullende document moet worden opgenomen?

2)

Is de in artikel 22, lid 2, van de prospectusverordening bedoelde afwijking, volgens welke de informatie in de zin van artikel 22, lid 1, derde volzin, achterwege kan worden gelaten, ook van toepassing wanneer deze (verplicht op te nemen) informatie vóór de uitgiftedatum, maar na de publicatie van het basisprospectus, waarin deze informatie niet was opgenomen, bekend was?

3)

Is er sprake van een regelmatige publicatie wanneer slechts een basisprospectus zonder de verplicht noodzakelijke informatie overeenkomstig artikel 22, lid 1, derde volzin, van de prospectusverordening, in het bijzonder (bij effecten met een verdeling in coupures van minder dan 50 000 EUR) overeenkomstig bijlage 5 is gepubliceerd en geen definitieve voorwaarden zijn gepubliceerd?

4)

Is voldaan aan het vereiste dat is neergelegd in artikel 29, lid 1, punt 1, van de prospectusverordening, dat het prospectus of basisprospectus bij het bezoeken van de website waarop zij beschikbaar worden gesteld, gemakkelijk toegankelijk moet zijn, wanneer

a)

hetzij het voor het opvragen, downloaden en uitprinten noodzakelijk is zich op de website te registreren, waarna het prospectus kan worden opgevraagd, waarbij het voor de registratie noodzakelijk is een disclaimer te aanvaarden en een e-mailadres op te geven,

b)

hetzij daarvoor een vergoeding moet worden betaald,

c)

hetzij het kosteloos opvragen van een prospectus tot twee documenten per maand is beperkt, maar voor de ontvangst van alle verplichte informatie in de zin van artikel 22, lid 1, derde volzin, van de prospectusverordening minstens drie documenten moeten worden gedownload?

5)

Moet artikel 14, lid 2, sub b, van richtlijn 2003/71/EG van het Europees Parlement en de Raad van 4 november 2003 betreffende het prospectus dat gepubliceerd moet worden wanneer effecten aan het publiek worden aangeboden of tot de handel worden toegelaten en tot wijziging van richtlijn 2001/34/EG (prospectusrichtlijn 2003/71/EG) (2) aldus worden uitgelegd dat de basisprospectus beschikbaar moet worden gesteld ter zetel van de uitgevende instelling en de financiële intermediair?


(1)  PB L 149, blz. 1.

(2)  PB L 345, blz. 64.