31.3.2012 |
NL |
Publicatieblad van de Europese Unie |
C 98/19 |
Verzoek om een prejudiciële beslissing ingediend door het Finanzgericht Köln (Duitsland) op 31 januari 2012 — Kronos International Inc./Finanzamt Leverkussen
(Zaak C-47/12)
2012/C 98/31
Procestaal: Duits
Verwijzende rechter
Finanzgericht Köln
Partijen in het hoofdgeding
Verzoekende partij: Kronos International Inc.
Verwerende partij: Finanzamt Leverkussen
Prejudiciële vragen
1) |
Valt de uitsluiting van de verrekening van vennootschapsbelasting als gevolg van de belastingvrijstelling van dividenduitkeringen van in derde landen gevestigde kapitaalvennootschappen aan Duitse kapitaalvennootschappen, voor welke de nationale bepalingen slechts als voorwaarde stellen dat de dividendontvangende vennootschap voor ten minste 10 % deelneemt in de uitkerende vennootschap, enkel onder de vrijheid van vestiging in de zin van artikel 49 juncto 54 VWEU of ook onder het vrij verkeer van kapitaal in de zin van de artikelen 63 tot en met 65 VWEU, wanneer de daadwerkelijke deelneming van de dividendontvangende kapitaalvennootschap 100 % bedraagt? |
2) |
Moeten de bepalingen inzake de vrijheid van vestiging (thans artikel 49 VWEU) en in voorkomend geval ook die inzake het vrij verkeer van kapitaal (tot 1993 artikel 67 EEG-Verdrag/EG-Verdrag, thans artikel 63 tot en met 65 VWEU) aldus worden uitgelegd dat zij in de weg staan aan een regeling die, ingeval dividenden van buitenlandse dochtervennootschappen zijn vrijgesteld van belasting, verrekening en teruggave van de vennootschapsbelasting op deze dividenduitkeringen ook uitsluit in het geval van verliezen bij de moedermaatschappij, wanneer voor uitkeringen van binnenlandse dochtervennootschappen is voorzien in een ontlasting in de vorm van verrekening van de vennootschapsbelasting? |
3) |
Moeten de bepalingen inzake de vrijheid van vestiging (thans artikel 49 VWEU) en in voorkomend geval ook die inzake het vrij verkeer van kapitaal (tot 1993 artikel 67 EEG-Verdrag/EG-Verdrag, thans artikel 63 tot en met 65 VWEU) aldus worden uitgelegd dat zij in de weg staan aan een regeling die verrekening en teruggave van vennootschapsbelasting ter zake van door (achter-)kleindochtervennootschappen uitgekeerde dividenden die in het vestigingsland van de dochtervennootschap zijn vrijgesteld van belasting, zijn (door-)uitgedeeld aan de binnenlandse moedermaatschappij en in Duitsland eveneens zijn vrijgesteld van belasting, uitsluit maar in zuiver binnenlandse situaties, in voorkomend geval door middel van verrekening van de vennootschapsbelasting op dividenden van de kleindochtervennootschap bij de dochtervennootschap en verrekening van de vennootschapsbelasting op dividenden van de dochtervennootschap bij de moedermaatschappij, teruggave mogelijk maakt in het geval van door de moedermaatschappij geleden verlies? |
4) |
Voor het geval dat ook de bepalingen inzake het vrij verkeer van kapitaal van toepassing zijn, rijst — afhankelijk van het antwoord op de tweede vraag — met betrekking tot de Canadese dividenden een bijkomende vraag: Moet het huidige artikel 64, lid 1, VWEU aldus worden opgevat dat deze bepaling toestaat dat de Bondsrepubliek Duitsland toepassing blijft geven aan de sinds 31 december 1993 inhoudelijk in wezen ongewijzigde bepalingen van nationaal recht en van belastingverdragen, en derhalve ook de verrekening van Canadese vennootschapsbelasting op in Duitsland van belasting vrijgestelde dividenden blijft uitsluiten? |