4.5.2013   

NL

Publicatieblad van de Europese Unie

C 129/4


Beschikking van het Hof (Eerste kamer) van 14 maart 2013 (verzoek om een prejudiciële beslissing ingediend door de Rechtbank te Rotterdam — Nederland) — Strafzaak tegen EBS Le Relais Nord-Pas-de-Calais

(Zaak C-240/12) (1)

(Prejudiciële verwijzing - Niet-ontvankelijkheid)

2013/C 129/07

Procestaal: Nederlands

Verwijzende rechter

Rechtbank te Rotterdam

Partij in de strafzaak

EBS Le Relais Nord-Pas-de-Calais

Voorwerp

Verzoek om een prejudiciële beslissing — Rechtbank te Rotterdam — Nederland — Uitlegging van artikel 15 en artikel 26, lid 1, van verordening (EEG) nr. 259/93 van de Raad van 1 februari 1993 betreffende toezicht en controle op de overbrenging van afvalstoffen binnen, naar en uit de Europese Gemeenschap (PB L 30, blz. 1) en van artikel 2, punt 32, van verordening (EG) nr. 1013/2006 van het Europees Parlement en de Raad van 14 juni 2006 betreffende de overbrenging van afvalstoffen (PB L 190, blz. 1) — Begrip doorvoer — Overbrenging van afvalstoffen per zeeschip van een lidstaat naar een lidstaat waarop het OESO-besluit niet van toepassing is — Aandoen onderweg van haven van andere lidstaat

Dictum

Het door de Rechtbank te Rotterdam (Nederland) bij beslissing van 4 mei 2012 ingediende verzoek om een prejudiciële beslissing is kennelijk niet-ontvankelijk.


(1)  PB C 243 van 11.8.2012.