6.10.2012   

NL

Publicatieblad van de Europese Unie

C 303/9


Beschikking van het Hof (Zesde kamer) van 10 mei 2012 (verzoek om een prejudiciële beslissing ingediend door de Curtea de Apel Constanța — Roemenië) — Ministerul Administrației și Internelor, Inspectoratul General al Poliției Române, Inspectoratul de Poliție al Județului Tulcea/Corpul Național al Polițiștilor — Biroul Executiv Central

(Zaak C-134/12) (1)

(Prejudiciële verwijzing - Handvest van de grondrechten van de Europese Unie - Europees Verdrag tot bescherming van de rechten van mens en de fundamentele vrijheden - Geldigheid van nationale regeling waarbij salarisverminderingen worden vastgesteld voor verscheidene categorieën overheidsambtenaren - Geen uitvoering van Unierecht - Kennelijke onbevoegdheid van Hof)

2012/C 303/18

Procestaal: Roemeens

Verwijzende rechter

Curtea de Apel Constanța

Partijen in het hoofdgeding

Verzoekende partijen: Ministerul Administrației și Internelor, Inspectoratul General al Poliției Române, Inspectoratul de Poliție al Județului Tulcea

Verwerende partij: Corpul Național al Polițiștilor — Biroul Executiv Central

Voorwerp

Verzoek om een prejudiciële beslissing — Curtea de Apel Constanța — Uitlegging van de artikelen 17, lid 1, 20 en 21 van het Handvest van de grondrechten van de Europese Unie — Uitlegging van artikel 15, lid 3, van het Europees Verdrag tot bescherming van de rechten van de mens en de fundamentele vrijheden — Toelaatbaarheid van een nationale regeling waarbij salarisverminderingen worden vastgesteld voor verscheidene categorieën overheidsambtenaren — Schending van het recht op eigendom en van de beginselen van gelijke behandeling en non-discriminatie

Dictum

Het Hof van Justitie van de Europese Unie is kennelijk onbevoegd om uitspraak te doen over het verzoek van de Curtea de Apel Constanța (Roemenië) van 8 februari 2012 om een prejudiciële beslissing.


(1)  PB C 138 van 12.5.2012.