15.2.2014   

NL

Publicatieblad van de Europese Unie

C 45/12


Arrest van het Hof (Derde kamer) van 5 december 2013 (verzoek om een prejudiciële beslissing ingediend door de Audiencia Provincial de Salamanca — Spanje) — Asociación de Consumidores Independientes de Castilla y León/Anuntis Segundamano España SL

(Zaak C-413/12) (1)

(Prejudiciële verwijzing - Richtlijn 93/13/EEG - Verbodsactie ingesteld door een regionale consumentenorganisatie - Relatief bevoegde rechter - Geen mogelijkheid om een rechtsmiddel aan te wenden tegen de onbevoegdverklaring in eerste aanleg - Procedurele autonomie van de lidstaten - Gelijkwaardigheids- en doeltreffendheidsbeginsel)

2014/C 45/21

Procestaal: Spaans

Verwijzende rechter

Audiencia Provincial de Salamanca

Partijen in het hoofdgeding

Verzoekende partij: Asociación de Consumidores Independientes de Castilla y León

Verwerende partij: Anuntis Segundamano España SL

Voorwerp

Verzoek om een prejudiciële beslissing — Audiencia Provincial de Salamanca — Spanje — Uitlegging van de artikelen 4 VWEU, 12 VWEU, 114 VWEU en 169 VWEU, artikel 38 van het Handvest van de grondrechten van de Europese Unie (PB 2000, C 364, blz. 1) en richtlijn 93/13/EEG van de Raad van 5 april 1993 betreffende oneerlijke bedingen in consumentenovereenkomsten (PB L 95, blz. 29) — Geschikte en doeltreffende middelen om een einde te maken aan het gebruik van oneerlijke bedingen — Preventieve collectieve actie die door een consumentenorganisatie is ingesteld om het gebruik van oneerlijke bedingen door een handelaar te doen verbieden — Bevoegdheid van de rechter van de vestigingsplaats van de gedaagde partij op grond van het nationale burgerlijk procesrecht — Nationale wettelijke regeling waarbij geen rechtsmiddel kan worden aangewend tegen een relatieve onbevoegdverklaring

Dictum

Richtlijn 93/13/EEG van de Raad van 5 april 1993 betreffende oneerlijke bedingen in consumentenovereenkomsten en het doeltreffendheids- en het gelijkwaardigheidsbeginsel moeten aldus worden uitgelegd dat zij zich niet verzetten tegen een regeling van een lidstaat zoals die in het hoofdgeding, waarbij verbodsacties van consumentenorganisaties moeten worden ingesteld bij de rechter van de vestigings- of woonplaats van de gedaagde partij en waarbij tegen de relatieve onbevoegdverklaring van de rechter in eerste aanleg geen hoger beroep openstaat.


(1)  PB C 379 van 8.12.2012.