5.5.2014   

NL

Publicatieblad van de Europese Unie

C 135/5


Arrest van het Hof (Vijfde kamer) van 13 maart 2014 (verzoek om een prejudiciële beslissing ingediend door het Tribunal administratif de Grenoble — Frankrijk) — Margaretha Bouanich/Direction départementale des finances publiques de la Drôme

(Zaak C-375/12) (1)

((Prejudiciële verwijzing - Artikel 63 VWEU - Vrij verkeer van kapitaal - Artikel 49 VWEU - Vrijheid van vestiging - Inkomstenbelasting voor natuurlijke personen - Regeling volgens welke directe belastingen maximaal bepaald gedeelte van inkomsten mogen bedragen - Bilateraal belastingverdrag tot vermijding van dubbele belasting - Heffing van belasting over dividenden die door in andere lidstaat gevestigde vennootschap zijn uitgekeerd en waarover reeds bronheffing is voldaan - Feit dat in die andere lidstaat voldane belasting niet of slechts gedeeltelijk in aanmerking is genomen bij berekening van belastingplafond - Artikel 65 VWEU - Beperking - Rechtvaardiging))

2014/C 135/05

Procestaal: Frans

Verwijzende rechter

Tribunal administratif de Grenoble

Partijen in het hoofdgeding

Verzoekende partij: Margaretha Bouanich

Verwerende partij: Direction départementale des finances publiques de la Drôme

Voorwerp

Verzoek om een prejudiciële beslissing — Tribunal administratif de Grenoble — Uitlegging van de artikelen 49, 63 en 65 VWEU — Nationale regeling inzake de inkomstenbelasting voor natuurlijke personen, waarbij een bovengrens is vastgesteld voor de directe belastingen die een belastingplichtige verschuldigd is — Regeling van het zogenaamde „belastingplafond” — Bilateraal belastingverdrag — Heffing van belasting over dividenden die door in andere lidstaat gevestigde vennootschap zijn uitgekeerd en waarover reeds bronheffing is voldaan — Gedeeltelijke inaanmerkingneming van de bronbelasting bij de berekening van het belastingplafond — Rechtvaardiging van een dergelijke wettelijke regeling door de samenhang van het belastingstelsel, de evenwichtige verdeling van de heffingsbevoegdheid tussen de lidstaten of welke andere dwingende reden van algemeen belang dan ook

Dictum

De artikelen 49 VWEU, 63 VWEU en 65 VWEU moeten aldus worden uitgelegd dat zij zich verzetten tegen een wettelijke regeling van een lidstaat die bepaalt dat ingeval een inwoner van deze lidstaat als aandeelhouder van een in een andere lidstaat gevestigde vennootschap dividenden ontvangt die in beide lidstaten worden belast en de dubbele belasting wordt vermeden door in de woonstaat een belastingkrediet toe te kennen ten bedrage van de belasting die is betaald in de staat van de uitkerende vennootschap, de in de laatstbedoelde staat voldane belasting niet of slechts gedeeltelijk in aanmerking wordt genomen in het kader van een stelsel ter begrenzing van de diverse directe belastingen tot een bepaald percentage van de tijdens een jaar verworven inkomsten.


(1)  PB C 319 van 20.10.2012.