23.11.2013   

NL

Publicatieblad van de Europese Unie

C 344/34


Arrest van het Hof (Tiende kamer) van 3 oktober 2013 (verzoek om een prejudiciële beslissing ingediend door het Hof van Cassatie — België) — Belgische Staat/GIMLE NV

(Zaak C-322/12) (1)

(Vierde richtlijn 78/660/EEG - Artikel 2, lid 3 - Beginsel van getrouw beeld - Artikel 2, lid 5 - Verplichting tot afwijking - Artikel 32 - Methode van waardering op basis van historische kostprijs - Aanschaffingsprijs die duidelijk lager ligt dan werkelijke waarde)

2013/C 344/58

Procestaal: Frans

Verwijzende rechter

Hof van Cassatie

Partijen in het hoofdgeding

Verzoekende partij: Belgische Staat

Verwerende partij: GIMLE NV

Voorwerp

Verzoek om een prejudiciële beslissing — Hof van Cassatie (België) — Uitlegging van artikel 2, leden 3, 4 en 5, van de Vierde Richtlijn (78/660/EEG) van de Raad van 25 juli 1978 op de grondslag van artikel 54, lid 3, sub g, van het Verdrag betreffende de jaarrekening van bepaalde vennootschapsvormen (PB L 222, blz. 11) — Jaarrekening van bepaalde vennootschapsvormen — Beginsel van het getrouwe beeld — Aankoopprijs van goederen die niet overeenstemt met de werkelijke waarde ervan en een vertekend beeld geeft van het vermogen van de onderneming — Verplichting om af te wijken van het beginsel dat activa tegen hun aanschaffingsprijs worden geboekt en om de activa onmiddellijk tegen hun doorverkoopwaarde te boeken

Dictum

Het beginsel van het getrouwe beeld, dat bedoeld is in artikel 2, leden 3 tot en met 5, van de Vierde richtlijn (78/660/EEG) van de Raad van 25 juli 1978 op de grondslag van artikel [44, lid 2, sub g, EG] betreffende de jaarrekening van bepaalde vennootschapsvormen, staat niet toe dat wordt afgeweken van het in artikel 32 van die richtlijn opgenomen beginsel dat activa op basis van hun aanschaffings- of vervaardigingsprijs worden gewaardeerd, en dat deze activa in plaats daarvan op basis van hun werkelijke waarde worden gewaardeerd, wanneer de aanschaffings- of vervaardigingsprijs van deze activa duidelijk lager ligt dan hun werkelijke waarde.


(1)  PB C 287 van 22.9.2012.