14.12.2013   

NL

Publicatieblad van de Europese Unie

C 367/16


Arrest van het Hof (Derde kamer) van 24 oktober 2013 (verzoek om een prejudiciële beslissing ingediend door het Verwaltungsgericht Hannover — Duitsland) — Samantha Elrick/Bezirksregierung Köln

(Zaak C-275/12) (1)

(Burgerschap van de Unie - Artikelen 20 VWEU en 21 VWEU - Recht om vrij in lidstaten te reizen en te verblijven - Staatsburger van lidstaat - In andere lidstaat gevolgde opleiding - Studiefinanciering - Voorwaarden - Opleiding die minstens twee jaar duurt - Behalen van diploma dat toegang geeft tot beroep)

2013/C 367/26

Procestaal: Duits

Verwijzende rechter

Verwaltungsgericht Hannover

Partijen in het hoofdgeding

Verzoekende partij: Samantha Elrick

Verwerende partij: Bezirksregierung Köln

Voorwerp

Verzoek om een prejudiciële beslissing — Verwaltungsgericht Hannover — Uitlegging van de artikelen 20 VWEU en 21 VWEU — Recht op studiefinanciering („BAföG”) — Regeling van een lidstaat op grond waarvan studiefinanciering voor een bepaalde éénjarige opleiding in het binnenland wordt toegekend, maar voor een vergelijkbare opleiding in een andere lidstaat wordt geweigerd

Dictum

De artikelen 20 VWEU en 21 VWEU moeten aldus worden uitgelegd dat zij zich verzetten tegen een regeling van een lidstaat, zoals die welke in het hoofdgeding aan de orde is, die voor de toekenning van studiefinanciering aan een eigen staatsburger die haar vaste woonplaats in die lidstaat heeft, voor het volgen van een opleiding in een andere lidstaat als voorwaarde stelt dat die opleiding, na een programma van ten minste twee jaar, leidt tot een diploma dat toegang geeft tot een beroep en dat gelijkwaardig is aan een diploma dat wordt afgegeven door een vakschool in de lidstaat die de studiefinanciering verstrekt, terwijl betrokkene, gelet op haar bijzondere situatie, studiefinanciering had kunnen krijgen indien zij ervoor had gekozen om in laatstgenoemde staat een opleiding te volgen die vergelijkbaar is met die welke zij in een andere lidstaat wenste te volgen en die minder dan twee jaar zou duren.


(1)  PB C 250 van 18.8.2012.