14.12.2013   

NL

Publicatieblad van de Europese Unie

C 367/14


Arrest van het Hof (Tweede kamer) van 24 oktober 2013 — Land Burgenland, Grazer Wechselseitige Versicherung AG, Republiek Oostenrijk/Europese Commissie

(Gevoegde zaken C-214/12 P, C-215/12 P en C-223/12 P) (1)

(Hogere voorziening - Mededinging - Staatssteun - Onwettig en onverenigbaar met gemeenschappelijke markt verklaarde steun - Bij privatisering van Bank Burgenland AG aan groep Grazer Wechselseitige (GRAWE) toegekende steun - Bepaling van marktprijs - Aanbestedingsprocedure - Onrechtmatige voorwaarden zonder invloed op hoogste bod - Zogeheten criterium van „particuliere verkoper” - Onderscheid tussen verplichtingen van Staat die overheidsprerogatieven uitoefent en van Staat die handelt als aandeelhouder - Onjuiste opvatting van bewijselementen - Motiveringsplicht)

2013/C 367/22

Procestaal: Duits

Partijen

Rekwiranten: Land Burgenland (vertegenwoordigers: U. Soltész, P. Melcher en A. Egger, Rechtsanwälte), Grazer Wechselseitige Versicherung AG (vertegenwoordiger: H. Wollmann, Rechtsanwalt), Republiek Oostenrijk (vertegenwoordigers: C. Pesendorfer en J. Bauer, gemachtigden)

Andere partijen in de procedure: Europese Commissie (vertegenwoordigers: L. Flynn, V. Kreuschitz en T. Maxian Rusche, gemachtigden), Republiek Oostenrijk, Land Burgenland

Interveniënte aan de zijde van partijen Land Burgenland en Republiek Oostenrijk: Bondsrepubliek Duitsland (vertegenwoordigers: K. Petersen, T. Henze en J. Möller, gemachtigden)

Voorwerp

Hogere voorziening tegen het arrest van het Gerecht (Zesde kamer) van 28 februari 2012, Land Burgenland en Oostenrijk/Commissie (T-268/08 en T-281/08), waarbij het Gerecht heeft verworpen de beroepen strekkende tot nietigverklaring van beschikking 2008/719/EG van de Commissie van 30 april 2008 betreffende de staatssteun van Oostenrijk voor de privatisering van Bank Burgenland (PB L 239, blz. 32) — Schending van het Unierecht en meer bepaald artikel 107, lid 1, VWEU — Onjuiste beoordeling van de garantie („Ausfallhaftung”) van het Land Burgenland ten voordele van Bank Burgenland

Dictum

1)

De hogere voorzieningen worden afgewezen.

2)

Land Burgenland, Grazer Wechselseitige Versicherung AG en de Republiek Oostenrijk worden verwezen in de kosten.

3)

De Bondsrepubliek Duitsland draagt haar eigen kosten.


(1)  PB C 194 van 30.6.2012.

PB C 184 van 23.6.2012.