17.12.2011 |
NL |
Publicatieblad van de Europese Unie |
C 370/28 |
Beroep ingesteld op 19 oktober 2011 — BSI/Raad
(Zaak T-551/11)
2011/C 370/46
Procestaal: Italiaans
Partijen
Verzoekende partij: Brugola Service International Srl (BSI) (Cassano Magnago, Italië) (vertegenwoordigers: S. Baratti en M. Farneti, advocaten)
Verwerende partij: Raad van de Europese Unie
Conclusies
— |
uitvoeringsverordening (EU) nr. 723/2011 van de Raad van 18 juli 2011 tot uitbreiding van het bij verordening (EG) nr. 91/2009 ingestelde definitieve antidumpingrecht op bepaalde soorten ijzeren of stalen bevestigingsmiddelen van oorsprong uit de Volksrepubliek China tot bepaalde soorten uit Maleisië verzonden ijzeren of stalen bevestigingsmiddelen, al dan niet aangegeven als van oorsprong uit Maleisië (PB L 194, blz. 6) nietig verklaren; |
— |
verordening (EG) nr. 1225/2009 van de Raad van 30 november 2009 betreffende beschermende maatregelen tegen invoer met dumping uit landen die geen lid zijn van de Europese Gemeenschap (PB L 343, blz. 51) niet-toepasselijk verklaren in de zin van artikel 277 VWEU; |
— |
verordening (EG) nr. 91/2009 van de Raad van 26 januari 2009 tot instelling van een definitief antidumpingrecht op bepaalde soorten ijzeren of stalen bevestigingsmiddelen van oorsprong uit de Volksrepubliek China (PB L 29, blz. 1) niet-toepasselijk verklaren in de zin van artikel 277 VWEU; |
— |
de Raad verwijzen in de kosten. |
Middelen en voornaamste argumenten
Ter ondersteuning van haar beroep voert verzoekster aan dat uitvoeringsverordening (EU) nr. 723/2011 nietig is overeenkomstig artikel 263 VWEU, voor zover deze juridisch en logischerwijs is gebaseerd op de verordeningen (EG) nr. 1225/2009 en nr. 91/2009, waarvan om de volgende redenen de niet-toepasselijkheid in de zin van artikel 277 VWEU wordt aangevoerd:
1) |
Eerste middel: onwettigheid van verordening (EG) nr. 1225/2009 en bijgevolg van verordening (EG) nr. 91/2009 wegens schending van het recht, met name van de artikelen 6, lid 10, en 9, lid 2, van de WTO Antidumpingovereenkomst voor zover deze op nationaal niveau een recht instelt voor leveranciers uit landen die geen markteconomie hebben en niet aantonen dat ze aan de voorwaarden van artikel 9, lid 5, van verordening (EG) nr. 1225/2009 voldoen. |
2) |
Tweede middel: onwettigheid van verordening (EG) nr. 91/2009 wegens ontoereikende motivering en kennelijke beoordelingsfout, aangezien de Commissie de toekenning van de individuele behandeling ten onrechte ervan afhankelijk heeft gesteld dat de Chinese producenten bewijzen dat de voorwaarden van artikel 9, lid 5, van verordening (EG) nr. 1225/2009 zijn vervuld, hetgeen in strijd is met de artikelen 6, lid 10, en 9, lid 2, van de WTO Antidumpingovereenkomst. |
3) |
Derde middel: onwettigheid van de in verordening (EG) nr. 91/2009 gegeven uitlegging aan het in artikel 4, lid 1, van verordening (EG) nr. 1225/2009 bedoelde begrip „groot deel” van de bedrijfstak van de Gemeenschap, wegens schending van het recht, voor zover deze indruist tegen de artikelen 4, lid 1, en 3, lid 1, van de WTO Antidumpingovereenkomst en ook wegens kennelijke beoordelingsfout. |
4) |
Vierde middel: onwettigheid van verordening (EG) nr. 91/2009 wegens schending van het recht, met name van de artikelen 2, lid 4, en 6, leden 2 en 4, van de WTO Antidumpingovereenkomst en van de artikelen 2, lid 10, 6, lid 8, 20, leden 2 en 4, van verordening (EG) nr. 1225/2009 en ook wegens kennelijke beoordelingsfout aangezien de Commissie de dumpingmarge op basis van een onjuiste vergelijking tussen de normale waarde en de uitvoerprijs heeft vastgesteld en de producenten van de Volksrepubliek China niet tijdig de nodige inlichtingen heeft verstrekt teneinde de uitoefening van hun recht van verdediging te waarborgen. |
5) |
Bovendien beroept verzoekster zich op de onwettigheid van uitvoeringsverordening (EU) nr. 723/2011, voor zover deze op zich een gebrek aan onderzoek vertoont en ontoereikend is gemotiveerd, aangezien de Commissie geen informatie heeft verstrekt betreffende de gemiddelde uitvoerprijzen, de producten en de categorieën van waren op basis waarvan de normale waarde is vastgesteld en de dumpingmarge aldus is berekend. |