1.10.2011   

NL

Publicatieblad van de Europese Unie

C 290/17


Beroep ingesteld op 12 augustus 2011 — Peftiev/Raad

(Zaak T-441/11)

2011/C 290/24

Procestaal: Engels

Partijen

Verzoekende partij: Vladimir Peftiev (Minsk, Wit-Rusland) (vertegenwoordigers: V. Vaitkute Pavan, A. Smaliukas en E. Matulionyte, advocaten)

Verwerende partij: Raad van de Europese Unie

Conclusies

verordening (EU) nr. 588/2011 van de Raad van 20 juni 2011 tot wijziging van verordening (EG) nr. 765/2006 betreffende beperkende maatregelen tegen president Loekasjenko en bepaalde functionarissen van Belarus (PB L 161, blz. 1) nietig verklaren voor zover zij verzoeker betreft;

besluit 2011/357/GBVB van de Raad van 20 juni 2011 tot wijziging van besluit 2010/639/GBVB betreffende beperkende maatregelen tegen bepaalde functionarissen van Belarus (PB L 161, blz. 25) nietig verklaren voor zover het verzoeker betreft;

verweerder verwijzen in de kosten.

Middelen en voornaamste argumenten

Ter ondersteuning van zijn beroep voert verzoeker vijf middelen aan:

1)

Verweerder heeft inbreuk gemaakt op zijn verplichting om afdoende te motiveren waarom verzoeker is opgenomen op de lijsten van aan beperkende maatregelen onderworpen personen.

2)

Verweerder heeft inbreuk gemaakt op het recht van verdediging en het recht op een eerlijk proces, als neergelegd in artikel 47 van het Handvest van de grondrechten van de Europese Unie en in de artikelen 6 en 13 van het Europees Verdrag tot bescherming van de rechten van de mens en de fundamentele vrijheden, aangezien:

hij op geen enkel tijdstip op gedetailleerde wijze heeft meegedeeld waarom verzoeker is opgenomen op de lijsten van aan beperkende maatregelen onderworpen personen; en

hij verzoeker niet de mogelijkheid heeft geboden het recht van verdediging daadwerkelijk uit te oefenen, in het bijzonder het recht om te worden gehoord en het recht op een procedure die hem in staat stelt om met succes om zijn schrapping van de lijst van door de beperkende maatregelen getroffen personen te verzoeken.

3)

Verweerder heeft kennelijke beoordelingsfouten gemaakt, aangezien hij heeft gesteld dat verzoeker banden heeft met president Loekasjenko en diens familie, dat hij de voornaamste economische adviseur is van president Loekasjenko, dat hij één van de belangrijkste sponsors is van het regime van Loekasjenko en dat hij voorzitter is van de onderneming BelTechExport, de grootste exporteur/importeur van defensiegerelateerde producten in Wit-Rusland.

4)

Verweerder heeft het fundamentele eigendomsrecht, neergelegd in artikel 17 van het Handvest van de grondrechten van de Europese Unie en in artikel 1 van het Eerste Protocol van het Europees Verdrag tot bescherming van de rechten van de mens en de fundamentele vrijheden, op ongerechtvaardigde en onevenredige wijze geschonden zonder overtuigend bewijs.

5)

Verweerder heeft het evenredigheidsbeginsel geschonden, aangezien hij verzoekers grondrechten op onevenredige wijze heeft beperkt, zonder te voorzien in afdoende procedurele waarborgen en zonder overtuigend bewijs over te leggen.