19.11.2011 |
NL |
Publicatieblad van de Europese Unie |
C 340/23 |
Beschikking van het Gerecht van 23 september 2011 — Ahoua-N’Guetta e.a./Raad
(Zaak T-193/11) (1)
(Gemeenschappelijk buitenlands en veiligheidsbeleid - Beperkende maatregelen in verband met de situatie in Ivoorkust - Beroep tot nietigverklaring - Stilzitten van verzoeker - Afdoening zonder beslissing)
2011/C 340/49
Procestaal: Frans
Partijen
Verzoekende partijen: Timothée Ahoua-N’Guetta (Abidjan, Ivoorkust); Jacques André Monoko Daligou (Abidjan); Bruno Walé Ekpo (Abidjan); Félix Tano Kouakou (Abidjan); Hortense Sess (Abidjan); en Joséphine Suzanne Ebah (Abidjan) (vertegenwoordiger: J.-C. Tchikaya, advocaat)
Verwerende partij: Raad van de Europese Unie (vertegenwoordigers: B. Driessen en M. Chavrier, gemachtigden)
Voorwerp
Verzoek om nietigverklaring van besluit 2011/18/GBVB van de Raad van 14 januari 2011 tot wijziging van besluit 2010/656/GBVB van de Raad tot verlenging van de beperkende maatregelen tegen Ivoorkust (PB L 11, blz. 36) en van verordening (EU) nr. 25/2011 van de Raad van 14 januari 2011 tot wijziging van verordening (EG) nr. 560/2005 tot instelling van beperkende maatregelen tegen bepaalde personen en entiteiten in verband met de situatie in Ivoorkust (PB L 11, blz. 1), voor zover die handelingen betrekking hebben op verzoekers
Dictum
1) |
Op het beroep behoeft niet meer te worden beslist. |
2) |
Timothée Ahoua-N’Guetta, Jacques André Monoko Daligou, Bruno Walé Ekpo, Félix Tano Kouakou, Hortense Sess en Joséphine Suzanne Ebah worden verwezen in de kosten. |
3) |
Op de verzoeken tot interventie van de Europese Commissie en van de Republiek Ivoorkust behoeft niet te worden beslist. |