21.1.2019 |
NL |
Publicatieblad van de Europese Unie |
C 25/35 |
Arrest van het Gerecht van 15 november 2018 — Banco Santander en Santusa / Commissie
(Zaak T-399/11 RENV) (1)
((„Staatssteun - Bepalingen inzake de vennootschapsbelasting op grond waarvan ondernemingen met fiscale woonplaats in Spanje de goodwill uit de verwerving van deelnemingen in ondernemingen met fiscale woonplaats in het buitenland kunnen afschrijven - Besluit waarbij de steun onverenigbaar met de interne markt wordt verklaard en waarbij de terugvordering van die steun wordt gelast - Begrip „staatssteun” - Selectiviteit - Referentiestelsel - Afwijking - Verschil in behandeling - Rechtvaardiging van het verschil in behandeling - Door de maatregel begunstigde ondernemingen - Gewettigd vertrouwen”))
(2019/C 25/44)
Procestaal: Spaans
Partijen
Verzoekende partijen: Banco Santander, SA (Santander, Spanje) en Santusa Holding, SL (Boadilla del Monte, Spanje) (vertegenwoordigers: J. Buendía Sierra, E. Abad Valdenebro, R. Calvo Salinero en A. Lamadrid de Pablo, advocaten)
Verwerende partij: Europese Commissie (vertegenwoordigers: R. Lyal, B. Stromsky, C. Urraca Caviedes en P. Němečková, gemachtigden)
Interveniënten aan de zijde van verzoekende partijen: Bondsrepubliek Duitsland (vertegenwoordiger: T. Henze, gemachtigde), Ierland (vertegenwoordigers: aanvankelijk G. Hodge en E. Creedon, vervolgens G. Hodge en M. Browne, gemachtigden) en Koninkrijk Spanje (vertegenwoordiger: M. Sampol Pucurull, gemachtigde),
Voorwerp
Verzoek krachtens artikel 263 VWEU tot nietigverklaring van artikel 1, lid 1, en artikel 4 van besluit 2011/282/EU van de Commissie van 12 januari 2011 inzake de fiscale afschrijving van financiële goodwill voor de verwerving van deelnemingen in buitenlandse ondernemingen C 45/07 (ex NN 51/07, ex CP 9/07) die door Spanje is toegepast (PB 2011, L 135, blz. 1).
Dictum
1) |
Het beroep wordt verworpen. |
2) |
Banco Santander, SA en Santusa Holding, SL worden verwezen in hun eigen kosten en in die van de Europese Commissie. |
3) |
De Bondsrepubliek Duitsland, Ierland en het Koninkrijk Spanje zullen elk hun eigen kosten dragen. |