3.3.2012 |
NL |
Publicatieblad van de Europese Unie |
C 65/26 |
Beroep ingesteld op 27 december 2011 — ZZ/Commissie
(Zaak F-143/11)
2012/C 65/52
Procestaal: Italiaans
Partijen
Verzoekende partij: ZZ (vertegenwoordiger: G. Cipressa, advocaat)
Verwerende partij: Europese Commissie
Voorwerp en beschrijving van het geding
Verzoek om nietigverklaring van het stilzwijgend besluit van de Commissie houdende weigering om één vierde van de kosten te vergoeden die verzoeker in zaak F-81/09, Marcuccio/Commissie, heeft gemaakt en waarin de verwerende partij was verwezen bij arrest van 15 februari 2011
Conclusies van de verzoekende partij
— |
nietig verklaren het van de Commissie afkomstige of in elk geval aan haar toe te schrijven besluit tot afwijzing van de vorderingen opgenomen in verzoekers verzoek van 16 augustus 2011, dat aan de Commissie is gezonden in de persoon van haar wettelijk vertegenwoordiger pro tempore en aan het tot aanstelling bevoegd gezag van de Commissie; |
— |
verklaren dat de Commissie heeft nagelaten de maatregelen te treffen die nodig zijn om te voldoen aan het arrest van het Gerecht voor ambtenarenzaken van 15 februari 2011 in zaak F-81/09, Marcuccio/Commissie, met name de maatregelen ter uitvoering van het dictum van het arrest van 15 februari 2011 betreffende de proceskosten in die zaak; |
— |
de Commissie gelasten om verzoeker het bedrag van 3 316,31 EUR te betalen, dat, indien en voor zover het niet aan verzoeker wordt betaald, rente zal dragen van 10 % per jaar en met jaarlijkse kapitalisatie, vanaf morgen en tot aan de dag van daadwerkelijke betaling; |
— |
de Commissie veroordelen tot betaling aan verzoeker van het bedrag van 5 EUR per dag voor elke dag gedurende welke het betrokken verzuim voortduurt, vanaf morgen en tot en met de 180e dag na 17 augustus 2011, welk bedrag moet worden betaald na afloop van de dag zelf en, indien en voor zover het niet wordt betaald, een jaarlijkse rente van 10 % zal dragen en jaarlijks zal worden gekapitaliseerd, vanaf de dag volgende op die waarop de betaling had moeten plaatsvinden en tot aan de dag waarop deze zal plaatsvinden; |
— |
de Commissie veroordelen tot betaling aan verzoeker van het bedrag van 6 EUR per dag voor elke dag gedurende welke het betrokken verzuim voortduurt, vanaf de 181e dag na 17 augustus 2011 en tot en met de 270e dag na 17 augustus 2011, welk bedrag moet worden betaald na afloop van de dag zelf en, indien en voor zover het niet wordt betaald, een jaarlijkse rente van 10 % zal dragen en jaarlijks zal worden gekapitaliseerd, vanaf de dag volgende op die waarop de betaling had moeten plaatsvinden en tot aan de dag waarop deze zal plaatsvinden; |
— |
de Commissie veroordelen tot betaling aan verzoeker van het bedrag van 7,50 EUR per dag voor elke dag gedurende welke het betrokken verzuim voortduurt, vanaf de 271e dag na 17 augustus 2011 en tot en met de 360e dag na 17 augustus 2011, welk bedrag moet worden betaald na afloop van de dag zelf en, indien en voor zover het niet wordt betaald, een jaarlijkse rente van 10 % zal dragen en jaarlijks zal worden gekapitaliseerd, vanaf de dag volgende op die waarop de betaling had moeten plaatsvinden en tot aan de dag waarop deze zal plaatsvinden; |
— |
de Commissie veroordelen tot betaling aan verzoeker van het bedrag van 10 EUR per dag voor elke dag gedurende welke het betrokken verzuim voortduurt, vanaf de 361e dag na 17 augustus 2011 en tot in het oneindige, welk bedrag moet worden betaald na afloop van de dag zelf en, indien en voor zover het niet wordt betaald, een jaarlijkse rente van 10 % zal dragen en jaarlijks zal worden gekapitaliseerd, vanaf de dag volgende op die waarop de betaling had moeten plaatsvinden en tot aan de dag waarop deze zal plaatsvinden; |
— |
de Commissie verwijzen in de kosten van de procedure. |