28.1.2012   

NL

Publicatieblad van de Europese Unie

C 25/67


Beroep ingesteld op 5 oktober 2011 — ZZ/Commissie

(Zaak F-100/11)

(2012/C 25/129)

Procestaal: Italiaans

Partijen

Verzoekende partij: ZZ (Tricase, Italië) (vertegenwoordiger: G. Cipressa, advocaat)

Verwerende partij: Europese Commissie

Voorwerp en beschrijving van het geding

Nietigverklaring van het besluit waarbij de Commissie heeft geweigerd om verzoeker de dagvergoeding te betalen in verband met het besluit betreffende zijn overplaatsing van de delegatie van de EU in Angola naar haar kantoor te Brussel

Conclusies van de verzoekende partij

nietigverklaring van het van de verwerende partij afkomstige of onder haar verantwoordelijkheid vallende besluit tot afwijzing, ongeacht de vorm van die afwijzing en hetzij geheel hetzij gedeeltelijk, van verzoekers verzoek van 10 augustus 2010, dat uiterlijk op 13 augustus 2010 aan het TABG is gezonden;

voor zover nodig, nietigverklaring van de nota van 22 december 2010, die verzoeker niet eerder heeft ontvangen dan 11 februari 2011;

nietigverklaring van het besluit van de Commissie tot afwijzing, ongeacht de vorm van die afwijzing, van de vorderingen die zijn opgenomen in verzoekers klacht van 24 februari 2011;

veroordeling van de verwerende partij tot betaling aan verzoeker van de dagvergoeding voorzien in artikel 10 van bijlage VII bij het Statuut van de ambtenaren van de Europese Unie, welke verzoeker verschuldigd is a) wegens het besluit van de Commissie van 18 maart 2002 betreffende de overplaatsing van verzoeker met zijn ambt van de delegatie van de EU in Luanda (Angola) naar haar centrale kantoor te Brussel, welk besluit het voorwerp vormt van het arrest van het Gerecht van 14 september 2011, Marcuccio/Commissie (T-236/02, nog niet gepubliceerd in de Jurisprudentie); b) met ingang van 1 april 2002, de eerste dag van de termijn die is beginnen te lopen bij het besluit van 18 maart 2002 en gedurende de 120 daaropvolgende dagen;

veroordeling van de verwerende partij tot betaling aan verzoeker van rente over de betrokken vergoeding, zowel vertragingsrente als compensatie voor de geldontwaarding tussen 31 juli 2002 en de datum van daadwerkelijke betaling van die vergoeding, tegen een percentage van 10 % per jaar en met jaarlijkse kapitalisatie vanaf 31 juli 2002;

verwijzing van de verwerende partij in de kosten van de procedure.