Beschikking van het Hof (Zevende kamer) van 4 oktober 2012 –
Vivaio dei Molini Azienda Agricola Porro Savoldi

(Zaak C-502/11)

„Overheidsopdrachten voor uitvoering van werken – Richtlijn 93/37/EEG – Artikel 6 – Beginselen van gelijke behandeling en transparantie – Toelaatbaarheid van regeling op grond waarvan deelname aan aanbestedingsprocedures wordt beperkt tot vennootschappen die commerciële activiteit uitoefenen, met uitsluiting van maatschappen (‚società semplici’) – Institutionele en statutaire doelstellingen – Landbouwbedrijven”

1.                     Harmonisatie van wetgevingen – Procedures voor plaatsen van overheidsopdrachten voor uitvoering van werken – Richtlijn 93/37 – Doel (Richtlijn 93/37 van de Raad) (cf. punt 31)

2.                     Harmonisatie van wetgevingen – Procedures voor plaatsen van overheidsopdrachten voor uitvoering van werken – Inschrijvers – Nationale regeling die gegadigden met bepaalde rechtsvorm uitsluit – Ontoelaatbaarheid – Aannemer – Begrip – Kwalificatie los van rechtstreeks verrichten van overeengekomen prestatie met eigen middelen van aannemer, van diens rechtsvorm en van diens systematische aanwezigheid op markt (Richtlijn 93/37 van de Raad) (cf. punten 32-35)

3.                     Harmonisatie van wetgevingen – Procedures voor plaatsen van overheidsopdrachten voor uitvoering van werken – Richtlijn 93/37 – Uitsluiting van deelneming aan opdracht – Uitputtend karakter van lijst van in artikel 24, eerste alinea, van richtlijn genoemde gronden – Bevoegdheid van lidstaten om te voorzien in andere uitsluitingsmaatregelen – Voorwaarden (Richtlijn 93/37 van de Raad, art. 24, eerste alinea) (cf. punten 37-42)

4.                     Harmonisatie van wetgevingen – Procedures voor plaatsen van overheidsopdrachten voor uitvoering van werken – Richtlijn 93/37 – Uitsluiting van deelneming aan opdracht – Nationale regeling houdende uitsluiting van eenpersoonsondernemingen die in vorm van maatschap landbouwactiviteit met commerciële component uitoefenen – Ontoelaatbaarheid (Richtlijn 93/37 van de Raad, art. 6) (cf. punten 47-51)

Voorwerp

Verzoek om een prejudiciële beslissing – Consiglio di Stato – Uitlegging van artikel 6 van richtlijn 93/37/EEG van de Raad van 14 juni 1993 betreffende de coördinatie van de procedures voor het plaatsen van overheidsopdrachten voor de uitvoering van werken (PB L 199, blz. 54) – Beginsel van non-discriminatie – Nationale regeling op grond waarvan de deelname aan procedures voor plaatsen van overheidsopdrachten voor de uitvoering van werken wordt beperkt tot vennootschappen die een commerciële activiteit uitoefenen, en in de vorm van een maatschap („società semplice”) opgerichte landbouwbedrijven worden uitgesloten

Dictum

Het recht van de Unie, inzonderheid artikel 6 van richtlijn 93/37/EEG van de Raad van 14 juni 1993 betreffende de coördinatie van de procedures voor het plaatsen van overheidsopdrachten voor de uitvoering van werken, zoals gewijzigd bij richtlijn 2001/78/EG van de Commissie van 13 september 2001, verzet zich tegen een nationale wettelijke regeling als die welke in het hoofdgeding aan de orde is, op grond waarvan het een vennootschap zoals een maatschap die de hoedanigheid van „aannemer” in de zin van richtlijn 93/37 heeft, uitsluitend wegens haar rechtsvorm verboden is deel te nemen aan aanbestedingsprocedures.