Beschikking van het Hof (Zesde kamer) van 9 maart 2012 —
Atlas Transport/BHIM

(Zaak C‑406/11 P)

„Hogere voorziening — Artikel 119 van Reglement voor procesvoering — Gemeenschapsmerk — Nietigheidsprocedure — Ontvankelijkheid voor kamer van beroep — Ontbreken van memorie houdende uiteenzetting van gronden van beroep — Verordening (EG) nr. 40/94 — Artikel 59 — Verordening (EG) nr. 2868/95 — Regel 49, lid 1 — Opschorting van procedure — Verordening (EG) nr. 2868/95 — Regel 20, lid 7, sub c — Hogere voorziening kennelijk niet-ontvankelijk en kennelijk ongegrond”

1.                     Hogere voorziening — Middelen — Loutere herhaling van voor Gerecht aangevoerde middelen en argumenten — Ontbreken van aanwijzing van gestelde onjuiste rechtsopvatting — Niet-ontvankelijkheid (Art. 256 VWEU; Statuut van het Hof van Justitie, art. 58, eerste alinea; Reglement voor de procesvoering van het Hof, art. 112, lid 1, sub c) (cf. punten 31‑32)

2.                     Gemeenschapsmerk — Beroepsprocedure — Termijn en vorm van beroep — Tijdige indiening van schriftelijke uiteenzetting van gronden van beroep — Voorwaarde voor ontvankelijkheid (Verordening nr. 40/94, art. 59; verordening nr. 2868/95 van de Commissie, art. 1, regel 49, lid 1)
(cf. punt 46)

Voorwerp

Hogere voorziening tegen het arrest van het Gerecht (Derde kamer) van 16 mei 2011 in zaak T‑145/08, Atlas Transport GmbH/BHIM, houdende verwerping van het beroep tegen de beslissing van de eerste kamer van beroep van het BHIM van 24 januari 2008 (zaak R 1023/2007‑1) betreffende een nietigheidsprocedure tussen ATLAS Air Inc. en Atlas Transport GmbH — Uitlegging van artikel 59 van verordening (EG) nr. 40/94 van de Raad van 20 december 1993 inzake het gemeenschapsmerk (PB 1994, L 11, blz. 1) alsmede van regel 20, lid 7, sub c, van verordening (EG) nr. 2868/95 van de Commissie van 13 december 1995 houdende uitvoering van verordening nr. 40/94 (PB L 303, blz. 1) — Voorwaarden voor opschorting van de nietigheidsprocedure — Verzoek tot nietigverklaring van het merk waarop de oppositie voor de nationale rechter is gebaseerd

Dictum

1)

De hogere voorziening wordt afgewezen.

2)

Atlas Transport GmbH wordt verwezen in de kosten.