Prejudiciële vragen – Bevoegdheid van Hof – Zaak die bij verwijzende rechter zonder voorwerp is geraakt – Afdoening zonder beslissing – Voornemen van verzoeker in hoofdgeding om beroep tot schadevergoeding in te stellen – Geen invloed
(Art. 267 VWEU)
Over een verzoek om een prejudiciële beslissing hoeft geen uitspraak te worden gedaan, wanneer het besluit waartegen het beroep in het hoofdgeding was gericht, is komen te vervallen en het hoofdgeding derhalve zonder voorwerp is geraakt, ook al heeft de verwijzende rechter te kennen gegeven zijn verzoek om een prejudiciële beslissing te willen handhaven omdat verzoeker overweegt bij hem een beroep tot schadevergoeding in te stellen.
De reden voor een prejudiciële verwijzing is immers niet het formuleren van rechtsgeleerde adviezen over algemene of hypothetische vraagstukken, maar de behoefte aan werkelijke beslechting van een geschil. De instelling van een beroep tot schadevergoeding is in dergelijke omstandigheden slechts een eventualiteit en is slechts hypothetisch.
(cf. punten 16‑22 en dictum)