Beschikking van het Hof (Achtste kamer) van 29 november 2011 – Tresplain Investment/BHIM

(Zaak C‑76/11 P)

„Hogere voorziening – Gemeenschapsmerk – Verordening (EG) nr. 40/94 – Artikelen 8, lid 4, en 52, lid 1, sub c – Gemeenschapsbeeldmerk Golden Elephant Brand – Vordering tot nietigverklaring op basis van niet-ingeschreven nationaal beeldmerk GOLDEN ELEPHANT – Verwijzing naar nationaal recht betreffende ouder merk – Regeling van common law-vordering wegens misbruik (,action for passing off’)”

1.                     Hogere voorziening – Middelen – Middel voor het eerst aangevoerd in hogere voorziening – Niet-ontvankelijkheid (cf. punt 53)

2.                     Hogere voorziening – Middelen – Onjuiste beoordeling van feiten en bewijsmateriaal – Niet-ontvankelijkheid – Toetsing door Gerecht van beoordeling van feiten en bewijsmateriaal – Uitgesloten, behoudens geval van onjuiste opvatting (Art. 256, lid 1, VWEU; Statuut van het Hof van Justitie, art. 58, eerste alinea) (cf. punt 73)

Voorwerp

Hogere voorziening tegen het arrest van het Gerecht (Achtste kamer) van 9 december 2010, Tresplain Investments / BHIM – Hoo Hing (T‑303/08), waarbij het Gerecht heeft verworpen het beroep ingesteld door de houder van het gemeenschapsbeeldmerk „Golden Elephant Brand” voor waren van klasse 30 en strekkende tot vernietiging van beslissing R 889/2007‑1 van de eerste kamer van beroep van het Bureau voor harmonisatie binnen de interne markt (BHIM) van 7 mei 2008 houdende vernietiging van de afwijzing door de nietigheidsafdeling van de vordering tot nietigverklaring van dit merk, ingediend door de houder van het niet-ingeschreven nationale beeldmerk „GOLDEN ELEPHANT” voor waren van klasse 30 – Uitlegging en toepassing van artikel 8, lid 4, van verordening (EG) nr. 40/94 [thans artikel 8, lid 4, van verordening (EG) nr. 207/2009]

Dictum

1)

De hogere voorziening wordt afgewezen.

2)

Tresplain Investments Ltd wordt verwezen in de kosten.