28.1.2012   

NL

Publicatieblad van de Europese Unie

C 25/43


Hogere voorziening ingesteld op 25 november 2011 door Land Wien tegen de beschikking van het Gerecht (Zesde kamer) van 20 september 2011 in zaak T-267/10, Land Wien/Europese Commissie

(Zaak C-608/11 P)

(2012/C 25/80)

Procestaal: Duits

Partijen

Rekwirant: Land Wien (vertegenwoordiger: W.-G. Schärf, Rechtsanwalt)

Andere partij in de procedure: Europese Commissie

Conclusies

de beschikking van het Gerecht van de Europese Unie (Zesde kamer) van 20 september 2011 in zaak T-267/10 in die zin wijzigen dat met de vordering integraal rekening wordt gehouden, en de Europese Commissie verwijzen in de kosten van de procedures voor het Gerecht en voor het Hof

Middelen en voornaamste argumenten

De hogere voorziening is gericht tegen de beschikking van het Gerecht van 20 september 2011, waarbij is verworpen het beroep van verzoeker, tevens rekwirant, dat in wezen strekt tot nietigverklaring van de beschikking van de Commissie van 25 maart 2010 om geen gevolg te geven aan verzoekers klacht inzake de voorgenomen uitbreiding van productie-eenheden 3 en 4 van de kerncentrale te Mochovce (Slowaakse Republiek), en is afgewezen het verzoek om vaststelling dat de Commissie heeft nagelaten een besluit te nemen in de zin van artikel 265 VWEU, aangezien, in strijd met verordening (EG) nr. 1049/2001 van het Europees Parlement en de Raad van 30 mei 2001 inzake de toegang van het publiek tot documenten van het Europees Parlement, de Raad en de Commissie (1), niet alle gevraagde documenten inzake dit project aan verzoekster zijn verstrekt.

Het Gerecht heeft het Euratom-Verdrag geschonden door het niet uit te leggen in het licht van het Verdrag van Lissabon. Het Gerecht is er aan voorbij gegaan dat door het Verdrag van Lissabon het in artikel 42 van het Handvest van de Grondrechten vermelde recht van inzage in documenten een in rechte afdwingbaar recht is geworden, waarop rekwirant zich rechtstreeks kan beroepen om van de Commissie alle informatie te verkrijgen die deze inzake de uitbreiding van de kerncentrale Mochovce heeft ontvangen.

Anders dan het Gerecht heeft geoordeeld vormt de brief van de Commissie in antwoord op het verzoek om informatie van rekwirant een voor beroep vatbare beslissing in de zin van artikel 263 VWEU. Dit volgt uit de vaste rechtspraak van het Hof en in het bijzonder uit zijn arrest van 11 november 1981 in zaak 60/81 (IBM).


(1)  PB L 145, blz. 43.