28.1.2012   

NL

Publicatieblad van de Europese Unie

C 25/35


Verzoek om een prejudiciële beslissing ingediend door het Tribunal Comercial Cluj (Roemenië) op 14 november 2011 — SC Volksbank România SA/Andreia Câmpan en Ioan Dan Câmpan

(Zaak C-571/11)

(2012/C 25/68)

Procestaal: Roemeens

Verwijzende rechter

Tribunal Comercial Cluj

Partijen in het hoofdgeding

Verzoekende partij: SC Volksbank România SA

Verwerende partijen: Andreia Câmpan en Ioan Dan Câmpan

Prejudiciële vraag

Kunnen de begrippen „voorwerp” en/of „prijs” in artikel 4, lid 2, van richtlijn 93/13/EEG (1),

gelet op het feit dat volgens deze bepaling de beoordeling van het oneerlijke karakter van bedingen betrekking mag hebben noch op de bepaling van het voorwerp van de overeenkomst, noch op de gelijkwaardigheid van enerzijds de prijs of vergoeding en anderzijds de als tegenprestatie te leveren goederen of te verrichten diensten, voor zover die bedingen duidelijk en begrijpelijk zijn geformuleerd,

en

aangezien overeenkomstig artikel 2, lid [2], sub a, van richtlijn 2008/48/EG (2), de in artikel 3, sub g, van deze richtlijn vervatte definitie van de totale kosten van het krediet voor de consument, die alle commissielonen omvatten die de consument in verband met de kredietovereenkomst moet betalen, niet van toepassing is om het voorwerp van een door een hypotheek gewaarborgde kredietovereenkomst te bepalen,

aldus worden uitgelegd dat een commissieloon waarin een door een hypotheek gewaarborgde kredietovereenkomst voorziet, dat door partijen als „commissieloon voor risico” wordt aangemerkt, volgens de formule „0,22 % van het kredietsaldo” wordt berekend en gedurende de volledige looptijd van de kredietovereenkomst maandelijks op de vervaldata moet worden betaald, onder het „voorwerp” en/of de „prijs” van die door een hypotheek gewaarborgde kredietovereenkomst valt?


(1)  Richtlijn van de Raad van 5 april 1993 betreffende oneerlijke bedingen in consumentenovereenkomsten (PB L 95, blz. 29).

(2)  Richtlijn van het Europees Parlement en de Raad van 23 april 2008 inzake kredietovereenkomsten voor consumenten en tot intrekking van richtlijn 87/102/EEG van de Raad (PB L 133, blz. 66).