28.1.2012 |
NL |
Publicatieblad van de Europese Unie |
C 25/25 |
Verzoek om een prejudiciële beslissing, ingediend door het Gerechtshof te Amsterdam (Nederland) op 10 oktober 2011 — UPC Nederland BV tegen Gemeente Hilversum
(Zaak C-518/11)
(2012/C 25/45)
Procestaal: Nederlands
Verwijzende rechter
Gerechtshof te Amsterdam
Partijen in het hoofdgeding
Verzoekster: UPC Nederland BV
Verweerster: Gemeente Hilversum
Prejudiciële vragen
1) |
Valt een dienst, bestaande uit het verzorgen van vrij toegankelijke rtv-pakketten [radio- en televisiepakketten] via de kabel, voor de levering waarvan èn transmissiekosten èn een bedrag ter zake van (de doorberekening van) de betaling aan omroepen en collectieve rechtenorganisaties in verband met de openbaarmaking van hun content in rekening worden gebracht, binnen het materiële toepassingsbereik van het NRK [nieuwe regelgevingskader]? |
2) |
|
3) |
Indien de vragen 2) A. en B. negatief worden beantwoord dan rijst de volgende vraag: Is een overheidsorgaan, zoals de Gemeente, in een situatie als de onderhavige (ook) gehouden tot Unietrouw indien zij bij het sluiten en vervolgens handhaven van het tariefbeperkende beding niet handelt ter uitoefening van een publieke taak maar handelt in het kader van een privaatrechtelijke bevoegdheid (zie ook vraag 6) A.)? |
4) |
Als zowel het NRK van toepassing is en de Gemeente gehouden is tot Unietrouw:
|
5) |
|
6) |
Indien artikel 101 VWEU buiten de rechtsstrijd van partijen moet worden toegepast en tegen de achtergrond van (de doelstellingen van) het NRK; de toepassing hiervan door de OPTA en de Europese Commissie; de afstemming van de in het NRK gehanteerde begrippen zoals AMM [aanmerkelijke marktmacht] en afbakening van de relevante markten op de soortgelijke begrippen in het Europese mededingingsrecht, rijzen naar aanleiding van de ten processe gebleken feiten de volgende vragen:
|
7) |
Heeft de rechter nog een bevoegdheid om een verbod van artikel 101, lid 1, VWEU buiten toepassing te verklaren voor het tariefbeperkende beding op grond van artikel 101, lid 3, VWEU tegen de achtergrond van het NRK en de ernstige twijfels van de Commissie in de letter of serious doubt over de verenigbaarheid van (ex ante) ingrijpen in eindgebruikerstarieven met de doelstellingen van het mededingingsrecht? Wordt het antwoord beïnvloed door de omstandigheid dat de OPTA naar aanleiding van de letter of serious doubt heeft afgezien van de voorgenomen prijscontrole? |
8) |
Laat de Europese nietigheidssanctie van artikel 101, lid 2, VWEU ruimte voor een relativering van haar werking in tijd in het licht van de omstandigheden ten tijde van het sluiten van de Overeenkomst (de beginperiode van de liberalisering van de telecomsector) en de latere ontwikkelingen binnen de telecomsector waaronder de inwerkingtreding van het NRK en de naar aanleiding hiervan geuite ernstige bezwaren van de Commissie tegen het treffen van een prijscontrole? |