22.10.2011 |
NL |
Publicatieblad van de Europese Unie |
C 311/18 |
Verzoek om een prejudiciële beslissing ingediend door de Nejvyšší správní soud op 22 juli 2001 — CS AGRO Ronov s.r.o./Ministerstvo zemědělství
(Zaak C-390/11)
2011/C 311/28
Procestaal: Tsjechisch
Verwijzende rechter
Nejvyšší správní soud
Partijen in het hoofdgeding
Verzoekende partij: CS AGRO Ronov s.r.o.
Verwerende partij: Ministerstvo zemědělství.
Prejudiciële vragen
1) |
Moet artikel 4 bis, lid 1, van verordening (EG) nr. 320/2006 (1), zoals ingevoegd bij verordening (EG) nr. 1261/2007, aldus worden uitgelegd dat met de „verbintenis” om te stoppen met de levering van een zekere hoeveelheid quotumsuikerbieten aan de onderneming waarmee de teler in het voorgaande verkoopseizoen een leveringscontract heeft gesloten, wordt gedoeld op een eenzijdige verklaring van deze teler dat hij in het verkoopseizoen 2008/2009 geen suikerbieten zal leveren, dan wel op de schriftelijke beëindiging van de contractuele verhouding van de teler met de suikeronderneming betreffende de levering van suikerbieten voor het voornoemde verkoopseizoen? |
2) |
Kan het feit dat een contractpartij gebruikmaakt van een maatregel die is neergelegd in een rechtstreeks toepasselijke bepaling van Unierecht, ertoe leiden dat een verbintenis die op grond van een geldige privaatrechtelijke overeenkomst op die contractpartij rust, niet langer afdwingbaar is, op voorwaarde dat de andere contractpartij ten gevolge van dit feit publieke middelen krijgt toegekend? |
(1) PB L 58, blz. 42.