21.5.2011 |
NL |
Publicatieblad van de Europese Unie |
C 152/13 |
Verzoek om een prejudiciële beslissing, ingediend door de Hoge Raad der Nederlanden op 7 maart 2011 — Staatssecretaris van Financiën, andere partij: U. Notermans-Boddenberg
(Zaak C-114/11)
2011/C 152/22
Procestaal: Nederlands
Verwijzende rechter
Hoge Raad der Nederlanden
Partijen in het hoofdgeding
Verzoeker: Staatssecretaris van Financiën
Andere partij: U. Notermans-Boddenberg
Prejudiciële vraag
Is, gelet op artikel 39 EG (thans: artikel 45 VWEU) dan wel artikel 18 EG (thans: artikel 21 VWEU), sprake van een door het gemeenschapsrecht beheerste situatie, indien een lidstaat een inwoner van die lidstaat ter zake van de aanvang van het gebruik met zijn auto van het wegennet op het grondgebied van die lidstaat aan een heffing onderwerpt in een geval waarin:
— |
die auto is geregistreerd in een andere lidstaat, |
— |
die auto deel uitmaakte van een verhuisboedel van die inwoner die met behoud van de nationaliteit vanuit die andere lidstaat is verhuisd, en |
— |
die auto door deze inwoner na de verhuizing op gelijke wijze wordt gebruikt als voor de verhuizing, dat wil zeggen voor privédoeleinden als ook voor het reizen naar de plaats van werkzaamheden in de lidstaat waar hij voordien woonde. |