Arrest van het Hof (Zesde kamer) van 15 maart 2012 —
Sibilio/Comune di Afragola
(Zaak C‑157/11)
„Sociale politiek — Raamovereenkomst EVV, UNICE en CEEP inzake arbeidsovereenkomsten voor bepaalde tijd − Richtlijn 1999/70/EG — Clausule 2 — Begrip ,arbeidsovereenkomst of een arbeidsverhouding, als omschreven bij wet, collectieve overeenkomsten of gebruiken in iedere lidstaat’ — Werkingssfeer van raamovereenkomst — Clausule 4, punt 1 — Beginsel van non-discriminatie − Personen die ,maatschappelijk nuttige werkzaamheden’ verrichten bij overheidsinstanties — Nationale regeling die bestaan van arbeidsverhouding uitsluit — Nationale regeling waarbij onderscheid wordt gemaakt tussen uitkering die wordt betaald aan werknemers die werk van maatschappelijk nut verrichten, en loon dat wordt betaald aan werknemers met arbeidsovereenkomst voor bepaalde en/of onbepaalde tijd die in dienst zijn van zelfde overheidsinstantie en zelfde werkzaamheden verrichten”
1. Prejudiciële vragen — Bevoegdheid van Hof — Grenzen — Algemene of hypothetische vragen (Art. 267 VWEU) (cf. punten 30‑31)
2. Sociale politiek — Raamovereenkomst EVV, UNICE en CEEP inzake arbeidsovereenkomsten voor bepaalde tijd — Richtlijn 1999/70 — Werkingssfeer — Arbeidsovereenkomst of arbeidsverhouding als omschreven bij nationale regeling of gebruiken (Richtlijn 1999/70/EG van de Raad, bijlage, clausule 2) (cf. punten 45, 49‑58 en dictum)
Voorwerp
Verzoek om een prejudiciële beslissing — Tribunale di Napoli — Uitlegging van de clausules 2, 3, 4 en 5 van de bijlage bij richtlijn 1999/70/EG van de Raad van 28 juni 1999 betreffende de door het EVV, de UNICE en het CEEP gesloten raamovereenkomst inzake arbeidsovereenkomsten voor bepaalde tijd (PB L 175, blz. 43) — Beginsel van non-discriminatie — Werklozen die zijn ingeschreven op mobiliteitslijsten of als werkzoekenden, die voor bepaalde tijd worden ingezet bij overheidsinstanties om maatschappelijk nuttig werk of werk van openbaar nut te verrichten (zogeheten werknemers die maatschappelijk nuttig werk of werk van openbaar nut verrichten) — Nationale regeling op grond waarvan werknemers die maatschappelijk nuttig werk of werk van openbaar nut verrichten, qua beloning anders worden behandeld dan werknemers die voor onbepaalde tijd bij diezelfde overheidsinstanties zijn aangesteld en dezelfde taken hebben |
Dictum
Clausule 2 van de op 18 maart 1999 gesloten raamovereenkomst inzake arbeidsovereenkomsten voor bepaalde tijd, die is opgenomen in de bijlage bij richtlijn 1999/70/EG van de Raad van 28 juni 1999 betreffende de door het EVV, de UNICE en het CEEP gesloten raamovereenkomst inzake arbeidsovereenkomsten voor bepaalde tijd, moet in die zin worden uitgelegd dat zij zich niet verzet tegen een nationale regeling zoals die aan de orde in het hoofdgeding, volgens welke de arbeidsverhouding die in het leven wordt geroepen tussen de werknemers die maatschappelijk nuttig werk of werk van openbaar nut verrichten en de overheidsinstanties waarvoor zij hun werkzaamheden verrichten, niet binnen de werkingssfeer van deze raamovereenkomst valt, wanneer — hetgeen de verwijzende rechter dient na te gaan — die werknemers niet in een arbeidsverhouding als omschreven bij wet, collectieve overeenkomsten of nationale praktijken staan, of de lidstaten en/of de sociale partners de hun in punt 2 van die clausule toegekende bevoegdheid hebben uitgeoefend.