Zaak C-98/11 P

Chocoladefabriken Lindt & Sprüngli AG

tegen

Bureau voor harmonisatie binnen de interne markt (merken, tekeningen en modellen) (BHIM)

„Hogere voorziening — Gemeenschapsmerk — Absolute weigeringsgrond — Geen onderscheidend vermogen — Driedimensionaal teken in vorm van chocolade haas met rood lint”

Samenvatting van het arrest

Gemeenschapsmerk – Definitie en verkrijging van gemeenschapsmerk – Absolute weigeringsgronden – Merken zonder onderscheidend vermogen – Uitzondering – Verkrijging van onderscheidend vermogen door gebruik – Merk zonder onderscheidend vermogen in hele Gemeenschap

(Verordening nr. 40/94 van de Raad, art. 7, lid 3)

Volgens artikel 7, lid 3, van verordening nr. 40/94 inzake het gemeenschapsmerk staat de absolute weigeringsgrond van artikel 7, lid 1, sub b, van deze verordening niet in de weg aan de inschrijving van een merk indien dit merk als gevolg van het gebruik dat ervan is gemaakt, onderscheidend vermogen heeft verkregen voor de waren en diensten waarvoor de inschrijving is aangevraagd.

Een merk kan op grond van artikel 7, lid 3, van deze verordening slechts worden ingeschreven wanneer is bewezen dat het door het gebruik ervan onderscheidend vermogen heeft verkregen in het deel van de Unie waarin het ab initio onderscheidend vermogen miste.

Wanneer niet is aangetoond dat het merk waarvan inschrijving is aangevraagd, intrinsiek onderscheidend vermogen bezat, en deze vaststelling voor het hele grondgebied van de Unie gold, moet dit merk in de hele Unie onderscheidend vermogen door gebruik hebben verkregen.

Weliswaar moet de verkrijging door een merk van onderscheidend vermogen door gebruik worden bewezen voor het deel van de Unie waarin het ab initio onderscheidend vermogen miste, maar het zou te ver gaan te eisen dat het bewijs van deze verkrijging voor elke lidstaat afzonderlijk wordt geleverd.

(cf. punten 59-62)


Zaak C-98/11 P

Chocoladefabriken Lindt & Sprüngli AG

tegen

Bureau voor harmonisatie binnen de interne markt (merken, tekeningen en modellen) (BHIM)

„Hogere voorziening — Gemeenschapsmerk — Absolute weigeringsgrond — Geen onderscheidend vermogen — Driedimensionaal teken in vorm van chocolade haas met rood lint”

Samenvatting van het arrest

Gemeenschapsmerk — Definitie en verkrijging van gemeenschapsmerk — Absolute weigeringsgronden — Merken zonder onderscheidend vermogen — Uitzondering — Verkrijging van onderscheidend vermogen door gebruik — Merk zonder onderscheidend vermogen in hele Gemeenschap

(Verordening nr. 40/94 van de Raad, art. 7, lid 3)

Volgens artikel 7, lid 3, van verordening nr. 40/94 inzake het gemeenschapsmerk staat de absolute weigeringsgrond van artikel 7, lid 1, sub b, van deze verordening niet in de weg aan de inschrijving van een merk indien dit merk als gevolg van het gebruik dat ervan is gemaakt, onderscheidend vermogen heeft verkregen voor de waren en diensten waarvoor de inschrijving is aangevraagd.

Een merk kan op grond van artikel 7, lid 3, van deze verordening slechts worden ingeschreven wanneer is bewezen dat het door het gebruik ervan onderscheidend vermogen heeft verkregen in het deel van de Unie waarin het ab initio onderscheidend vermogen miste.

Wanneer niet is aangetoond dat het merk waarvan inschrijving is aangevraagd, intrinsiek onderscheidend vermogen bezat, en deze vaststelling voor het hele grondgebied van de Unie gold, moet dit merk in de hele Unie onderscheidend vermogen door gebruik hebben verkregen.

Weliswaar moet de verkrijging door een merk van onderscheidend vermogen door gebruik worden bewezen voor het deel van de Unie waarin het ab initio onderscheidend vermogen miste, maar het zou te ver gaan te eisen dat het bewijs van deze verkrijging voor elke lidstaat afzonderlijk wordt geleverd.

(cf. punten 59-62)