2.3.2013   

NL

Publicatieblad van de Europese Unie

C 63/6


Arrest van het Hof (Eerste kamer) van 17 januari 2013 (verzoek om een prejudiciële beslissing ingediend door de Conseil d’État — Frankrijk) — Société Geodis Calberson GE/Établissement national des produits de l’agriculture et de la mer (FranceAgriMer)

(Zaak C-623/11) (1)

(Landbouw - Voedselhulp - Verordening (EG) nr. 111/1999 - Programma om Russische Federatie van landbouwproducten te voorzien - Voor rundvleestransport geselecteerde inschrijver - Bevoegdheidstoewijzing - Arbitragebeding)

2013/C 63/08

Procestaal: Frans

Verwijzende rechter

Conseil d’État

Partijen in het hoofdgeding

Verzoekende partij: Société Geodis Calberson GE

Verwerende partij: Établissement national des produits de l’agriculture et de la mer (FranceAgriMer)

Voorwerp

Verzoek om een prejudiciële beslissing — Conseil d’État — Uitlegging van artikel 16 van verordening (EG) nr. 111/1999 van de Commissie van 18 januari 1999 houdende algemene uitvoeringsbepalingen van verordening (EG) nr. 2802/98 van de Raad betreffende een programma om de Russische Federatie van landbouwproducten te voorzien (PB L 14, blz. 3) — Toewijzing van bevoegdheid in geval van een geschil tussen de inschrijver aan wie een aanbesteding is gegund voor het transport van rundvlees en het bevoegde nationale interventiebureau over de uitbetalingsprocedure en de vergoeding van de schade — Arbitragebeding

Dictum

Artikel 16 van verordening (EG) nr. 111/1999 van de Commissie van 18 januari 1999 houdende algemene uitvoeringsbepalingen van verordening (EG) nr. 2802/98 van de Raad betreffende een programma om de Russische Federatie van landbouwproducten te voorzien, zoals gewijzigd bij verordening (EG) nr. 1125/1999 van de Commissie van 28 mei 1999, moet aldus worden uitgelegd dat het aan het Hof van Justitie de bevoegdheid toekent om uitspraak te doen in geschillen over de voorwaarden waaronder het interventiebureau dat is aangeduid om de offertes te ontvangen voor de gunning van de kosteloze levering van landbouwproducten aan de Russische Federatie, overgaat tot betaling aan de opdrachtnemer en tot vrijgave van de door de opdrachtnemer ten behoeve van het interventiebureau gestelde leveringszekerheid, en meer in het bijzonder in beroepen tot vergoeding van de schade die is veroorzaakt door onrechtmatige handelingen van het interventiebureau bij de uitvoering van die verrichtingen.


(1)  PB C 39 van 11.2.2012.