23.11.2013   

NL

Publicatieblad van de Europese Unie

C 344/16


Arrest van het Hof (Tweede kamer) van 10 oktober 2013 (verzoek om een prejudiciële beslissing ingediend door de Hoge Raad der Nederlanden) — Staatssecretaris van Financiën/Pactor Vastgoed BV

(Zaak C-622/11) (1)

(Zesde btw-richtlijn - Artikelen 13, C, en 20 - Levering van onroerend goed - Recht om voor belastingheffing te kiezen - Recht op aftrek - Herziening van aftrek - Invordering van bedragen die na herziening van btwaftrek verschuldigd zijn - Tot voldoening gehouden belastingplichtige - Andere belastingplichtige dan die welke aftrek in het verleden heeft toegepast, die niet betrokken was bij belaste handeling die tot bedoelde aftrek heeft geleid)

2013/C 344/25

Procestaal: Nederlands

Verwijzende rechter

Hoge Raad der Nederlanden

Partijen in het hoofdgeding

Verzoekende partij: Staatssecretaris van Financiën

Verwerende partij: Pactor Vastgoed BV

Voorwerp

Verzoek om een prejudiciële beslissing — Hoge Raad der Nederlanden — Uitlegging van artikel 20 van de Zesde richtlijn (77/388/EEG) van de Raad van 17 mei 1977 betreffende de harmonisatie van de wetgevingen der lidstaten inzake omzetbelasting — Gemeenschappelijk stelsel van belasting over de toegevoegde waarde: uniforme grondslag (PB L 145, blz. 1) — Aftrek van voorbelasting — Herziening van eerder toegepaste aftrek — Levering van een onroerende zaak door een leverancier aan een vastgoedmaatschappij — Levering die in strijd met de toepasselijke wettelijke regeling door partijen is behandeld als een belastbare handeling

Dictum

De Zesde richtlijn (77/388/EEG) van de Raad van 17 mei 1977 betreffende de harmonisatie van de wetgevingen der lidstaten inzake omzetbelasting — Gemeenschappelijk stelsel van belasting over de toegevoegde waarde: uniforme grondslag, zoals gewijzigd bij richtlijn 95/7/EG van de Raad van 10 april 1995, moet aldus worden uitgelegd dat zij zich ertegen verzet dat de bedragen verschuldigd na een herziening van een aftrek van belasting over de toegevoegde waarde worden ingevorderd bij een andere belastingplichtige dan degene die de aftrek heeft toegepast.


(1)  PB C 73 van 10.3.2012.