12.1.2013   

NL

Publicatieblad van de Europese Unie

C 9/19


Arrest van het Hof (Derde kamer) van 15 november 2012 (verzoek om een prejudiciële beslissing ingediend door het Landgericht Bremen — Duitsland) — Gothaer Allgemeine Versicherung AG, ERGO Versicherung AG, Versicherungskammer Bayern-Versicherungsanstalt des öffentlichen Rechts, Nürnberger Allgemeine Versicherungs AG, Krones AG/Samskip GmbH

(Zaak C-456/11) (1)

(Justitiële samenwerking in burgerlijke zaken - Verordening (EG) nr. 44/2001 - Artikelen 32 en 33 - Erkenning van rechterlijke beslissingen - Begrip „beslissing” - Gevolgen van rechterlijke beslissing voor internationale bevoegdheid - Forumkeuzebeding)

2013/C 9/30

Procestaal: Duits

Verwijzende rechter

Landgericht Bremen

Partijen in het hoofdgeding

Verzoekende partijen: Gothaer Allgemeine Versicherung AG, ERGO Versicherung AG, Versicherungskammer Bayern-Versicherungsanstalt des öffentlichen Rechts, Nürnberger Allgemeine Versicherungs AG, Krones AG

Verwerende partij: Samskip GmbH

Voorwerp

Verzoek om een prejudiciële beslissing — Landgericht Bremen — Uitlegging van de artikelen 31 en 32 van verordening (EG) nr. 44/2001 van de Raad van 22 december 2000 betreffende de rechterlijke bevoegdheid, de erkenning en de tenuitvoerlegging van beslissingen in burgerlijke en handelszaken (PB 2001, L 12, blz. 1) — Erkenning van in een lidstaat gegeven beslissingen — Zuiver procedurele beslissing („Prozeßurteil”) — Beslissing over de uitlegging van een forumkeuzebeding krachtens hetwelk de nationale rechter zich onbevoegd verklaart en de rechtsmacht van een derde land vaststelt — Draagwijdte van de erkenning

Dictum

1)

Artikel 32 van verordening (EG) nr. 44/2001 van de Raad van 22 december 2000 betreffende de rechterlijke bevoegdheid, de erkenning en de tenuitvoerlegging van beslissingen in burgerlijke en handelszaken, moet aldus worden uitgelegd dat het ook betrekking heeft op een beslissing waarbij de rechter van een lidstaat zich onbevoegd verklaart op grond van een forumkeuzebeding, ongeacht hoe een dergelijke beslissing in het recht van een andere lidstaat wordt gekwalificeerd.

2)

De artikelen 32 en 33 van verordening nr. 44/2001 moeten aldus worden uitgelegd dat de rechter die wordt verzocht om erkenning van een beslissing waarbij de rechter van een andere lidstaat zich onbevoegd heeft verklaard op grond van een forumkeuzebeding, gebonden is aan de vaststelling betreffende de geldigheid van dat beding die is opgenomen in de motivering van een in kracht van gewijsde gegaan arrest waarbij de vordering niet-ontvankelijk is verklaard.


(1)  PB C 331 van 12.11.2011.