|
28.4.2012 |
NL |
Publicatieblad van de Europese Unie |
C 126/3 |
Arrest van het Hof (Zesde kamer) van 8 maart 2012 (verzoek om een prejudiciële beslissing ingediend door het Tribunal administratif de Rennes — Frankrijk) — Martial Huet/Université de Bretagne Occidentale
(Zaak C-251/11) (1)
(Sociale politiek - Richtlijn 1999/70/EG - Raamovereenkomst EVV, UNICE en CEEP inzake arbeidsovereenkomsten voor bepaalde tijd - Clausule 5, punt 1 - Opeenvolgende arbeidsovereenkomsten voor bepaalde tijd - Maatregelen ter voorkoming van misbruik van dergelijke overeenkomsten - Omzetting van laatste overeenkomst voor bepaalde tijd in overeenkomst voor onbepaalde tijd - Verplichting om voornaamste clausules van laatste overeenkomst voor bepaalde tijd ongewijzigd over te nemen)
2012/C 126/04
Procestaal: Frans
Verwijzende rechter
Tribunal administratif de Rennes
Partijen in het hoofdgeding
Verzoekende partij: Martial Huet
Verwerende partij: Université de Bretagne Occidentale
Voorwerp
Verzoek om een prejudiciële beslissing — Tribunal administratif de Rennes — Uitlegging van richtlijn 1999/70/EG van de Raad van 28 juni 1999 betreffende de door het EVV, de UNICE en het CEEP gesloten raamovereenkomst inzake arbeidsovereenkomsten voor bepaalde tijd (PB L 175, blz. 43) — Opeenvolgende overeenkomsten voor bepaalde tijd in de overheidssector — Verplichting om de voornaamste clausules van de vorige overeenkomst voor bepaalde tijd ongewijzigd over te nemen bij de omzetting naar een arbeidsovereenkomst voor onbepaalde tijd — Gelijkwaardigheidsbeginsel en standstill-beginsel
Dictum
Clausule 5 van de op 18 maart 1999 gesloten raamovereenkomst inzake arbeidsovereenkomsten voor bepaalde tijd, die is opgenomen in de bijlage bij richtlijn 1999/70/EG van de Raad van 28 juni 1999 betreffende de door het EVV, de UNICE en het CEEP gesloten raamovereenkomst inzake arbeidsovereenkomsten voor bepaalde tijd, moet aldus worden uitgelegd dat een lidstaat die in zijn nationale regeling voorziet in de omzetting van arbeidsovereenkomsten voor bepaalde tijd in een arbeidsovereenkomst voor onbepaalde tijd wanneer de arbeidsovereenkomsten voor bepaalde tijd een bepaalde duur hebben bereikt, niet hoeft voor te schrijven dat de voornaamste clausules van de vorige overeenkomst ongewijzigd worden overgenomen in de arbeidsovereenkomst voor onbepaalde tijd. Om geen afbreuk te doen aan de met richtlijn 1999/70 nagestreefde doelstellingen en het nuttig effect ervan, moet deze lidstaat er wel voor zorgen dat bij de omzetting van arbeidsovereenkomsten voor bepaalde tijd in een arbeidsovereenkomst voor onbepaalde tijd de clausules van de vorige overeenkomst niet wezenlijk worden gewijzigd in een voor de betrokken persoon globaal minder gunstige zin wanneer diens taken en de aard van diens functie dezelfde blijven.