20.4.2013   

NL

Publicatieblad van de Europese Unie

C 114/10


Arrest van het Hof (Eerste kamer) van 21 februari 2013 (verzoek om een prejudiciële beslissing ingediend door de Rechtbank van eerste aanleg te Brussel — België) — RVS Levensverzekeringen NV/Belgische Staat

(Zaak C-243/11) (1)

(Directe levensverzekering - Jaarlijkse taks op verzekeringsverrichtingen - Richtlijn 2002/83/EG - Artikelen 1, lid 1, sub g, en 50 - Begrip „lidstaat van verbintenis” - In Nederland gevestigde verzekeringsonderneming - Verzekeringnemer die verzekeringsovereenkomst in Nederland sluit en na afsluiten van overeenkomst zijn gewone verblijfplaats naar België overbrengt - Vrij verrichten van diensten)

2013/C 114/12

Procestaal: Nederlands

Verwijzende rechter

Rechtbank van eerste aanleg te Brussel

Partijen in het hoofdgeding

Verzoekende partij: RVS Levensverzekeringen NV

Verwerende partij: Belgische Staat

Voorwerp

Verzoek om een prejudiciële beslissing — Rechtbank van eerste aanleg te Brussel — Uitlegging van artikel 50 van richtlijn 2002/83/EG van het Europees Parlement en de Raad van 5 november 2002 betreffende levensverzekering (PB L 345, blz. 1) — Nationale regeling volgens welke de verzekeringsverrichtingen aan een jaarlijkse taks zijn onderworpen wanneer het risico in België is gelegen doordat hetzij de gebruikelijke verblijfplaats van de verzekerde natuurlijke persoon, hetzij de vestiging van de verzekerde rechtspersoon in België is gelegen — In Nederland gevestigde verzekeringsonderneming zonder aanwezigheid in België, met uitzondering van een van haar verzekerden die na het aangaan van de overeenkomst naar België is geëmigreerd — Plaats van heffing — Artikelen 49 VWEU en 56 VWEU — Beperkingen

Dictum

Artikel 50 van richtlijn 2002/83/EG van het Europees Parlement en de Raad van 5 november 2002 betreffende levensverzekering moet aldus worden uitgelegd dat het zich niet ertegen verzet dat een lidstaat een indirecte taks heft op levensverzekeringspremies die zijn betaald door verzekeringnemers die natuurlijke personen zijn en hun gewone verblijfplaats in deze lidstaat hebben, wanneer de betrokken verzekeringsovereenkomsten zijn afgesloten in een andere lidstaat waarin deze verzekeringnemers op de datum van het afsluiten van de overeenkomst hun gewone verblijfplaats hadden.


(1)  PB C 252 van 27.08.2011.