27.4.2013   

NL

Publicatieblad van de Europese Unie

C 123/2


Arrest van het Hof (Vijfde kamer) van 7 maart 2013 (verzoek om een prejudiciële beslissing ingediend door het Arbeidshof te Antwerpen — België) — Aldegonda van den Booren/Rijksdienst voor Pensioenen

(Zaak C-127/11) (1)

(Sociale zekerheid van migrerende werknemers - Artikel 46 bis van verordening (EEG) nr. 1408/71 - Nationale anticumulatiebepalingen - Ouderdomspensioen - Verhoging van door lidstaat uitgekeerd bedrag - Overlevingspensioen - Vermindering van door andere lidstaat betaald bedrag)

2013/C 123/03

Procestaal: Nederlands

Verwijzende rechter

Arbeidshof te Antwerpen

Partijen in het hoofdgeding

Verzoekende partij: Aldegonda van den Booren

Verwerende partij: Rijksdienst voor Pensioenen

Voorwerp

Verzoek om een prejudiciële beslissing — Arbeidshof te Antwerpen — Uitlegging van de artikelen 10 EG, 39 EG en 42 EG (thans respectievelijk de artikelen 4, lid 3, EU, 45 VWEU en 48 VWEU) en van artikel 46 bis, lid 3, sub a, van verordening (EEG) nr. 1408/71 van de Raad van 14 juni 1971 betreffende de toepassing van de socialezekerheidsregelingen op werknemers en zelfstandigen, alsmede op hun gezinsleden, die zich binnen de Gemeenschap verplaatsen (PB L 149, blz. 2) –Uitkeringen — Nationale regels inzake anticumulatie — Verlaging van bedrag van het door een lidstaat uitgekeerde overlevingspensioen wegens de verhoging van het door een andere lidstaat uitgekeerde ouderdomspensioen

Dictum

Artikel 46 bis van verordening (EEG) nr. 1408/71 van de Raad van 14 juni 1971 betreffende de toepassing van de socialezekerheidsregelingen op werknemers en zelfstandigen, alsmede op hun gezinsleden, die zich binnen de Gemeenschap verplaatsen, in de gewijzigde en bijgewerkte versie van verordening (EG) nr. 118/97 van de Raad van 2 december 1996, zoals gewijzigd bij verordening (EG) nr. 1386/2001 van het Europees Parlement en de Raad van 5 juni 2001, moet aldus worden uitgelegd dat het zich niet verzet tegen de toepassing van een regeling van een lidstaat waarvan een bepaling erin voorziet dat een in deze lidstaat uitgekeerd overlevingspensioen wordt verminderd na de verhoging van een krachtens de wetgeving van een andere lidstaat ontvangen ouderdomspensioen, mits met name de bij lid 3, sub d, van bedoeld artikel 46 bis gestelde voorwaarden in acht worden genomen.

Artikel 45 VWEU moet aldus worden uitgelegd dat het zich evenmin verzet tegen de toepassing van een dergelijke nationale regeling voor zover deze regeling voor de belanghebbende niet leidt tot een nadeliger situatie dan die waarin een persoon wiens situatie geen enkel grensoverschrijdend element vertoont, zich bevindt en, mocht worden vastgesteld dat van een dergelijk nadeel sprake is, of die regeling wordt gerechtvaardigd door objectieve overwegingen en evenredig is aan het door het nationale recht rechtmatig nagestreefde doel, waarbij het aan de verwijzende rechterlijke instantie staat om na te gaan of dit het geval is.


(1)  PB C 152 van 21.5.2011.