Arrest van het Hof (Grote kamer) van 17 september 2013 — Raad van de Europese unie/Europees Parlement

(Zaak C-77/11) (1)

(Beroep tot nietigverklaring - Definitieve vaststelling van algemene begroting van Unie voor begrotingsjaar 2011 - Handeling waarbij voorzitter van Parlement die definitieve vaststelling constateert - Artikel 314, lid 9, VWEU - Vaststelling van jaarlijkse begroting van Unie door Parlement en Raad - Artikel 314, eerste alinea, VWEU - Beginsel van institutioneel evenwicht - Attributiebeginsel - Verplichting tot loyale samenwerking - Naleving van wezenlijke vormvoorschriften)

2013/C 325/02

Procestaal: Frans

Partijen

Verzoekende partij: Raad van de Europese Unie (vertegenwoordigers: G. Maganza en M. Vitsentzatos, gemachtigden)

Verwerende partij: Europees Parlement (vertegenwoordigers: C. Pennera, R. Passos, D. Gauci en R. Crowe, gemachtigden)

Interveniënt aan de zijde van verwerende partij: Koninkrijk Spanje (vertegenwoordiger: N. Díaz Abad, gemachtigde)

Voorwerp

Beroep tot nietigverklaring — Handeling van de voorzitter van het Europees Parlement van 14 december 2010 tot vaststelling van de jaarlijkse begroting van de Unie voor begrotingsjaar 2011 — Keuze van de rechtsgrondslag — Gebrek aan conformiteit van die atypische handeling, die geen wetgevingshandeling uitmaakt, met de nieuwe in het VWEU neergelegde begrotingsprocedure — Verstoring van het institutionele evenwicht — Schending van het attributiebeginsel en niet-nakoming van de plicht tot loyale samenwerking — Schending van wezenlijke vormvoorschriften — Tijdelijke handhaving van de gevolgen van de begroting

Dictum

(1)  PB C 120 van 16.4.2011.