9.3.2013   

NL

Publicatieblad van de Europese Unie

C 71/2


Arrest van het Hof (Tweede kamer) van 24 januari 2013 — Frucona Košice a.s./Europese Commissie, St. Nicolaus — trade a.s.

(Zaak C-73/11 P) (1)

(Hogere voorziening - Staatssteun - Kwijtschelding van 65 % van belastingschuld in kader van crediteurenakkoord - Beschikking waarbij steun onverenigbaar met interne markt wordt verklaard en terugvordering ervan wordt gelast - Criterium van particuliere schuldeiser - Grenzen van rechterlijk toezicht - Eigen motivering die Gerecht in plaats stelt van die in litigieuze beschikking - Kennelijke beoordelingsfout - Onjuiste opvatting van bewijselementen)

2013/C 71/03

Procestaal: Engels

Partijen

Rekwirante: Frucona Košice a.s. (vertegenwoordigers: P. Lasok, QC, J. Holmes en B. Hartnett, barristers, en O. Geiss, Rechtsanwalt)

Andere partijen in de procedure: Europese Commissie (vertegenwoordigers: K. Walkerová, L. Armati en B. Martenczuk, gemachtigden), St. Nicolaus — trade a.s. (vertegenwoordiger: N. Smaho, advocaat)

Voorwerp

Hogere voorziening tegen het arrest van het Gerecht (Tweede kamer) van 7 december 2010, Frucona Košice/Commissie (T-11/07), houdende verwerping van het beroep tot nietigverklaring van beschikking C(2006) 2087 def. van de Commissie van 7 juni 2006 betreffende de steun die de Slowaakse Republiek ten gunste van Frucona Košice heeft verleend in de vorm van kwijtschelding van een belastingschuld door de bevoegde belastingdienst in het kader van een collectieve insolventieprocedure (staatssteun C 25/2005, ex NN 21/2005), voor zover deze maatregel hierbij onverenigbaar met de gemeenschappelijke markt wordt verklaard en Slowakije wordt gelast de steun volledig terug te vorderen

Dictum

1)

Het arrest van het Gerecht van de Europese Unie van 7 december 2010, Frucona Košice/Commissie (zaak T-11/07), wordt vernietigd.

2)

De zaak wordt terugverwezen naar het Gerecht van de Europese Unie voor een beslissing over de voor hem aangevoerde middelen waarop het geen uitspraak heeft gedaan.

3)

De beslissing omtrent de kosten wordt aangehouden.


(1)  PB C 130 van 30.4.2011.