31.7.2010 |
NL |
Publicatieblad van de Europese Unie |
C 209/48 |
Beroep ingesteld op 28 mei 2010 — medi/BHIM — Deutsche Medi Präventions (deutschemedi.de)
(Zaak T-247/10)
()
2010/C 209/72
Taal van het verzoekschrift: Duits
Partijen
Verzoekende partij: medi GmbH & Co. KG (Bayreuth, Duitsland) (vertegenwoordigers: D. Terheggen, H. Lindner en T. Kiputh, Rechtsanwälte)
Verwerende partij: Bureau voor harmonisatie binnen de interne markt (merken, tekeningen en modellen)
Andere partij in de procedure voor de kamer van beroep: Deutsche Medi Präventions GmbH (Düsseldorf, Duitsland)
Conclusies
— |
de beslissing van de vierde kamer van beroep van het Bureau voor harmonisatie binnen de interne markt (merken, tekeningen en modellen) van 16 maart 2010 in zaak R 1366/2008-4 vernietigen; |
— |
gemeenschapsmerkaanvraag EM 5 089 099 volledig afwijzen; |
— |
verweerder verwijzen in de kosten van de procedure. |
Middelen en voornaamste argumenten
Aanvrager van het gemeenschapsmerk: Deutsche Medi Präventions GmbH
Betrokken gemeenschapsmerk: woordmerk „deutschemedi.de” voor diensten van klasse 35
Houder van het oppositiemerk of -teken in de oppositieprocedure: verzoekster
Oppositiemerk of -teken: Duits woordmerk „medi.eu” voor waren en diensten van de klassen 5, 10, 35, 39, 41, 42 en 44; Duits woordmerk „medi welt” voor waren en diensten van de klassen 5, 10, 35, 38, 39, 41, 42, 43 en 44; Duits woordmerk „medi-Verband” voor waren en diensten van de klassen 5, 10, 35, 38, 39, 41, 42, 43 en 44; gemeenschapswoordmerk „World of medi” voor waren en diensten van de klassen 3, 5, 10, 35, 41 en 42; Duits beeldmerk dat de woordelementen „medi Ich fühl mich besser” bevat voor waren en diensten van de klassen 5, 10, 35, 38, 39, 41, 42, 43 en 44; een in het economisch verkeer gebruikte handels- en firmanaam die het woordelement „medi” bevat voor alle waren en diensten van bovengenoemde merken op het grondgebied van de Unie.
Beslissing van de oppositieafdeling: toewijzing van de oppositie
Beslissing van de kamer van beroep: toewijzing van het beroep en afwijzing van de oppositie
Aangevoerde middelen: schending van artikel 8, leden 1 en 4, van verordening (EG) nr. 207/2009 (1), aangezien er gevaar voor verwarring van de conflicterende merken bestaat en verzoekster heeft aangetoond dat zij houdster is van de betrokken handels- en firmanaam, alsmede schending van het recht om te worden gehoord overeenkomstig artikel 73 van verordening nr. 207/2009.
(1) Verordening (EG) nr. 207/2009 van de Raad van 26 februari 2009 inzake het gemeenschapsmerk (PB L 78, blz. 1).