27.3.2010 |
NL |
Publicatieblad van de Europese Unie |
C 80/44 |
Beroep ingesteld op 10 februari 2010 — SP/Commissie
(Zaak T-55/10)
2010/C 80/70
Procestaal: Italiaans
Partijen
Verzoekende partij: SP SpA (Brescia, Italië) (vertegenwoordiger: G. Belotti, advocaat)
Verwerende partij: Europese Commissie
Conclusies
— |
nietigverklaring van de beschikking van de Commissie van 8 december 2009, waarbij de vorige beschikking C(2009) 7492 def. van de Commissie van 30 september 2009 is gewijzigd; |
— |
verwijzing van de verwerende partij in de kosten van de procedure. |
Middelen en voornaamste argumenten
Bij beschikking van 8 december 2009, waartegen verzoekster opkomt, heeft de Commissie haar vorige beschikking C(2009) 7492 def. van 30 september 2009, waarbij zij een aantal ondernemingen, waaronder verzoekster, deelname aan een beweerd kartel had verweten, gewijzigd. Bij beschikking van 8 december 2009 erkende de Commissie dat de beschikking van 30 september 2009„verwees naar een bijlage met tabellen ter illustratie van de prijsbewegingen van betonstaafstaal tijdens de duur van de mededingingsregeling” en dat „die bijlage niet bij de beschikking van 30 september 2009 was gevoegd”, en besloot zij laatstgenoemde beschikking te wijzigen, teneinde deze te vervolledigen met de tabellen die bij de thans bestreden beschikking zijn gevoegd.
Ter onderbouwing van haar beroep stelt verzoekster:
1) |
onrechtmatigheid van de rectificatie achteraf van een door een ernstig gebrek aangetaste handeling: de Commissie is niet bevoegd om achteraf een beschikking te corrigeren die kennelijk nietig is, omdat de tekst van die beschikking ten tijde van de vaststelling ervan duidelijk onvolledig was; het betreft een bijzonder ernstige omstandigheid die als zodanig niet kan worden rechtgezet; |
2) |
onjuiste rechtsgrondslag: de Commissie heeft als rechtsgrondslagen van de bestreden handeling artikel 65 EGKS-Verdrag en verordening (EG) nr. 1/2003 (1) opgegeven, die kennelijk ongeschikt zijn voor het doel dat de Commissie zich had gesteld (te weten, een eerdere, onvolledige beschikking van haar vervolledigen/wijzigen), zodat de tweede beschikking, waartegen het onderhavige beroep is gericht, nietig moet worden verklaard wegens kennelijk ontbreken van een geschikte rechtsgrondslag. |
Verzoekster stelt verder schending van het beginsel van behoorlijk bestuur.
(1) Verordening (EG) nr. 1/2003 van de Raad van 16 december 2002 betreffende de uitvoering van de mededingingsregels van de artikelen 81 en 82 van het Verdrag (PB L 1, van 4.1.2003, blz. 1).