17.7.2010   

NL

Publicatieblad van de Europese Unie

C 195/17


Beschikking van het Gerecht van 5 mei 2010 — CBI en BVPZI/Commissie

(Zaken T-128/08 en T-241/08) (1)

(„Staatssteun - Door Belgische overheid aan openbare ziekenhuizen verleende subsidies - Dienst van algemeen economisch belang - Klacht - Vermeend besluit om klacht niet verder te behandelen - Latere vaststelling van beschikking waarbij steun verenigbaar met gemeenschappelijke markt wordt verklaard - Afdoening zonder beslissing”)

2010/C 195/27

Procestaal: Frans

Partijen

Verzoekende partijen: Coördinatie van Brusselse Instellingen voor welzijnswerk en gezondheidszorg (CBI) (Brussel, België) en Brusselse Vereniging der Private Verzorgingsinstellingen (BVPZI) (Brussel, België) (vertegenwoordigers: D. Waelbroeck, advocaat, en D. Slater, solicitor)

Verwerende partij: Europese Commissie (vertegenwoordigers: C. Giolito, J.-P. Keppenne en B. Stromsky, gemachtigden)

Voorwerp

Verzoek tot nietigverklaring van de vermeende beschikking van de Commissie, vervat in haar brieven van 10 januari en 10 april 2008, om geen procedure in te leiden op grond van artikel 88, lid 2, EG, en de behandeling te beëindigen van de klacht van verzoeksters inzake de vermeende staatssteun die door de Belgische overheid is verleend in het kader van de financiering van openbare ziekenhuizen van het IRIS-net (Interhospitalenkoepel van de Regio voor Infrastructurele Samenwerking) van het Brussels Hoofdstedelijk Gewest (België)

Dictum

1.

De zaken T-128/08 en T-241/08 worden gevoegd voor de beschikking.

2.

Op de beroepen behoeft niet meer te worden beslist.

3.

Op de verzoeken tot tussenkomst van de gemeente Sint Gillis (België), de gemeente Etterbeek (België), de gemeente Elsene (België), de gemeente Anderlecht, het Brussels Hoofdstedelijk Gewest (België), de stad Brussel (België) en de Republiek Finland behoeft niet te worden beslist.

4.

De Europese Commissie wordt verwezen in de kosten.


(1)  PB C 142 van 7.6.2008.