5.3.2011 |
NL |
Publicatieblad van de Europese Unie |
C 72/2 |
Verzoek om een prejudiciële beslissing ingediend door het Bundesverwaltungsgericht (Duitsland) op 23 november 2010 — Deutsches Weintor eG/Land Rheinland-Pfalz
(Zaak C-544/10)
2011/C 72/03
Procestaal: Duits
Verwijzende rechter
Bundesverwaltungsgericht
Partijen in het hoofdgeding
Verzoekende partij: Deutsches Weintor eG
Verwerende partij: Land Rheinland-Pfalz
Prejudiciële vragen
1) |
Vereist een gezondheidsclaim in de zin van artikel 4, lid 3, eerste volzin, juncto artikel 2, lid 2, punt 5, of van artikel 10, lid 3, van verordening (EG) nr. 1924/2006 van het Europees Parlement en de Raad van 20 december 2006 inzake voedings- en gezondheidsclaims voor levensmiddelen (1), zoals nadien gewijzigd bij verordening (EU) nr. 116/2010 van de Commissie van 9 februari 2010 (2), een heilzaam nutritioneel of fysiologisch effect dat een duurzame verbetering van de lichamelijke conditie beoogt, of volstaat ook een voorbijgaand effect dat zich in het bijzonder beperkt tot de duur van de consumptie en de vertering van het levensmiddel? |
2) |
Wanneer reeds de bewering van een voorbijgaand effect een gezondheidsclaim kan inhouden: Is het dan voldoende voor de vooronderstelling dat een dergelijke werking verband houdt met de afwezigheid of de verlaagde hoeveelheid van een stof in de zin van artikel 5, lid 1, sub a, juncto punt 15 van de considerans, wanneer met de claim enkel wordt beweerd dat een van dit soort levensmiddelen in het algemeen uitgaand en vaak als nadelig ervaren effect in het concrete geval gering is? |
3) |
Bij bevestigende beantwoording van de tweede vraag: Is het verenigbaar met artikel 6, lid 1, eerste alinea, van het Verdrag betreffende de Europese Unie in de versie van 13 december 2007 (3) juncto artikel 15, lid 1 (vrijheid van beroep) en artikel 16 (vrijheid van ondernemerschap) van het Handvest van de grondrechten van de Europese Unie in de versie van 12 december 2007 (PB C 303, blz. 1) om een producent of een handelaar van wijn zonder uitzondering te verbieden reclame te maken met een gezondheidsclaim als die waar het in deze zaak om gaat, voor zover deze claim juist is? |
(1) PB L 404, blz. 9.
(2) PB L 37, blz. 16.
(3) PB C 303, blz. 1.