29.1.2011   

NL

Publicatieblad van de Europese Unie

C 30/24


Hogere voorziening ingesteld op 19 november 2010 door MPDV Mikrolab GmbH, Mikroprozessordatenverarbeitung und Mikroprozessorlabor tegen het arrest van het Gerecht (Tweede kamer) van 10 september 2010 in zaak T-233/08, MPDV Mikrolab GmbH, Mikroprozessordatenverarbeitung und Mikroprozessorlabor/Bureau voor harmonisatie binnen de interne markt (merken, tekeningen en modellen)

(Zaak C-536/10 P)

()

2011/C 30/40

Procestaal: Duits

Partijen

Rekwirante: MPDV Mikrolab GmbH, Mikroprozessordatenverarbeitung und Mikroprozessorlabor (vertegenwoordiger: W. Göpfert, Rechtsanwalt)

Andere partij in de procedure: Bureau voor harmonisatie binnen de interne markt (merken, tekeningen en modellen)

Conclusies

het bestreden arrest vernietigen voor zover daarbij het beroep zoals geformuleerd in de vorderingen voor het Gerecht werd verworpen;

de beslissing van de vierde kamer van beroep van 15 april 2008 in procedure R 1525/2006-4 vernietigen en

geïntimeerde verwijzen in de kosten van de procedure in hogere voorziening en van de procedure voor het Gerecht.

Middelen en voornaamste argumenten

1)

In hogere voorziening vordert rekwirante vernietiging van het arrest van het Gerecht, waarbij het Gerecht het beroep in zoverre heeft verworpen dat het heeft geoordeeld dat de vierde kamer van beroep van het Bureau voor harmonisatie binnen de interne markt (merken, tekeningen en modellen) artikel 7, lid 1, sub b, van verordening (EG) nr. 40/94 van de Raad van 20 december 1993 inzake het gemeenschapsmerk en artikel 7, lid 1, sub c, van deze verordening niet heeft geschonden door afwijzing van de aanvraag tot inschrijving van het woordmerk „ROI ANALYZER” voor waren van klasse 9 (software) en voor diensten van de klassen 35 en 42 (professionele advisering op zakelijk gebied en ontwikkeling e.d. van programma's voor gegevensverwerking).

2)

Het Gerecht heeft daarbij op basis van onjuiste feiten aangenomen dat het specifiek gaat om waren en diensten die uitsluitend bestemd zijn voor vaklui, die beschikken over kennis op zakelijk gebied en daarvoor belangstelling hebben. Daarbij is niet in aanmerking genomen dat de waren „software” van klasse 9 enkel „met name” voor het verzamelen en verwerken van bedrijfsgegevens waren aangevraagd. In dit opzicht kan ook verdergaande software het voorwerp van het aangevraagde merk zijn. Bovendien wordt de software van de aanvrager ook gebruikt door ingenieurs en andere personen die niet vertrouwd zijn met zakelijke vaktermen. De beoordeling van het Gerecht berust in zoverre op een onjuiste voorstelling van de feiten.

Verder stelt het Gerecht zich op het standpunt, opnieuw op basis van onjuiste feiten, dat het bestanddeel „ROI” weliswaar verschillende betekenissen in verschillende talen heeft, maar het publiek dit element in samenhang met het woord „ANALYZER” steeds opvat als „Return On Investment”. Het Gerecht geeft blijk van een onjuiste opvatting door te stellen dat het relevante publiek het aangevraagde merk dan zonder verder nadenken zal opvatten als aanduiding van een „instrument voor de analyse van het rentabiliteitspercentage van investeringen”.

Voorts heeft het Gerecht de betrokken waren en diensten onjuist beoordeeld door weigeringsgronden voor hardware te willen aannemen. Na een succesvolle splitsing van het merk is het teken voor deze waren en diensten van de klassen 35 en 42 reeds rechtsgeldig ingeschreven.

Ten slotte is de verwijzing naar succesvolle inschrijvingen in de EU, met name als gemeenschapsmerken, van de hand gewezen op grond dat nationale merken niet in aanmerking mogen worden genomen. Ook hier is uitgegaan van onjuiste feiten.