23.10.2010   

NL

Publicatieblad van de Europese Unie

C 288/19


Verzoek om een prejudiciële beslissing ingediend door het Tribunal Judicial de Póvoa de Lanhoso (Portugal) op 21 juli 2010 — Maria de Jesus Barbosa Rodrigues/Companhia de Seguros Zurich SA

(Zaak C-363/10)

()

(2010/C 288/31)

Procestaal: Portugees

Verwijzende rechter

Tribunal Judicial de Póvoa de Lanhoso

Partijen in het hoofdgeding

Verzoekende partij: Maria de Jesus Barbosa Rodrigues

Verwerende partij: Companhia de Seguros Zurich SA

Prejudiciële vraag

Staat het gemeenschapsrecht, inzonderheid artikel 3, lid 1, van de Eerste richtlijn (72/166/EEG) (1), artikel 2, lid 1, van de Tweede richtlijn (84/5/EEG) (2) en artikel 1 van de Derde richtlijn (90/232/EEG) (3), zoals uitgelegd door het Hof van Justitie van de Europese Gemeenschappen, eraan in de weg dat in geval van een aanrijding tussen voertuigen waaraan geen van de bestuurders schuld heeft en waarbij een van de bestuurders is omgekomen, de risicoaansprakelijkheid kan worden verdeeld (artikel 506, leden 1 en 2, Código Civil), wat rechtstreekse gevolgen heeft voor het bedrag van de schadevergoeding die moet worden toegekend aan de schadevergoedingsgerechtigden — ouders van het slachtoffer — (aangezien deze verdeling van de risicoaansprakelijkheid een evenredige vermindering van het bedrag van de schadevergoeding impliceert)?


(1)  Richtlijn 72/166/EEG van de Raad van 24 april 1972 inzake de onderlinge aanpassing van de wetgevingen der lidstaten betreffende de verzekering tegen de wettelijke aansprakelijkheid waartoe de deelneming aan het verkeer van motorrijtuigen aanleiding kan geven en de controle op de verzekering tegen deze aansprakelijkheid (PB L 103, blz. 1).

(2)  Tweede richtlijn (84/5/EEG) van de Raad van 30 december 1983 inzake de onderlinge aanpassing van de wetgevingen der lidstaten betreffende de verzekering tegen de wettelijke aansprakelijkheid waartoe de deelneming aan het verkeer van motorrijtuigen aanleiding kan geven (PB L 8, blz. 17).

(3)  Derde richtlijn (90/232/EEG) van de Raad van 14 mei 1990 inzake de onderlinge aanpassing van de wetgevingen van de lidstaten betreffende de verzekering tegen de wettelijke aansprakelijkheid waartoe deelneming aan het verkeer van motorrijtuigen aanleiding kan geven (PB L 129, blz. 33).