6.11.2010   

NL

Publicatieblad van de Europese Unie

C 301/4


Verzoek om een prejudiciële beslissing ingediend door het Verwaltungsgericht (Duitsland) op 7 juli 2010 — Georg Neidel/Stadt Frankfurt am Main

(Zaak C-337/10)

()

2010/C 301/05

Procestaal: Duits

Verwijzende rechter

Verwaltungsgericht

Partijen in het hoofdgeding

Verzoekende partij: Georg Neidel

Verwerende partij: Stadt Frankfurt am Main

Prejudiciële vragen

1.

Geldt artikel 7 van richtlijn 2003/88/EG (1) tevens voor dienstbetrekkingen van ambtenaren?

2.

Is artikel 7, lid 1, van richtlijn 2003/88/EG ook van toepassing op aanspraken op jaarlijkse vakantie, wanneer het nationale recht voorziet in een dergelijke vakantie van meer dan vier weken?

3.

Vallen onder artikel 7, lid 1, van richtlijn 2003/88/EG ook rechten op vrijstelling van de dienst, die naar nationaal recht als compensatie voor het werken op feestdagen in aanvulling op de jaarlijkse vakantie worden toegekend wegens onregelmatige werktijden?

4.

Kan een gepensioneerde ambtenaar een recht op uitbetaling van jaarlijkse vakantie rechtstreeks baseren op artikel 7, lid 2, van richtlijn 2003/88/EG, wanneer hij wegens ziekte niet heeft gewerkt en daarom niet in staat was zijn vakantie in de vorm van de vrijstelling van de dienst op te nemen?

5.

Kan een dergelijk recht op uitbetaling op zijn minst gedeeltelijk worden uitgesloten op grond dat de vakantieaanspraak naar nationaal recht reeds is vervallen?

6.

Omvat het in artikel 7, lid 2, van richtlijn 2003/88/EG vastgestelde recht op uitbetaling uitsluitend de in artikel 7, lid 2, van richtlijn 2003/88/EG gewaarborgde minimumvakantie van vier weken of heeft het mede betrekking op de door het nationale recht toegekende aanvullende vakantieaanspraken? Vallen onder deze aanvullende vakantieaanspraken ook aanspraken waarbij het recht op vrijstelling van de dienst enkel voortvloeit uit een bijzondere verdeling van de arbeidstijd?


(1)  Richtlijn 2003/88/EG van het Europees Parlement en de Raad van 4 november 2003 betreffende een aantal aspecten van de organisatie van de arbeidstijd (PB L 299, blz. 9).