13.3.2010   

NL

Publicatieblad van de Europese Unie

C 63/38


Verzoek om een prejudiciële beslissing ingediend door de High Court of Justice (England & Wales), Queen's Bench Division (Administrative Court) (Verenigd Koninkrijk) op 11 januari 2010 — Nickel Institute/Secretary of State for Work and Pensions

(Zaak C-14/10)

2010/C 63/61

Procestaal: Engels

Verwijzende rechter

High Court of Justice (England & Wales), Queen's Bench Division (Administrative Court)

Partijen in het hoofdgeding

Verzoekende partij: Nickel Institute

Verwerende partij: Secretary of State for Work and Pensions

Prejudiciële vragen

1)

Zijn richtlijn 2008/58/EG (1) van de Commissie (hierna: „30e AVT-richtlijn”) en/of verordening (EG) nr. 790/2009 (2) van de Commissie (hierna: „1e AVT-verordening”), voor zover de nikkelcarbonaten hierin worden ingedeeld of opnieuw ingedeeld voor de relevante eindpunten, ongeldig omdat

a)

tot de indelingen is besloten zonder toereikende beoordeling van de intrinsieke eigenschappen van de nikkelcarbonaten volgens de criteria en gegevens die zijn voorgeschreven in bijlage VI bij richtlijn 67/548/EEG (3) (hierna: „gevaarlijke-stoffenrichtlijn”);

b)

niet afdoende is onderzocht of de intrinsieke eigenschappen van de nikkelcarbonaten bij normaal gebruik een gevaar kunnen opleveren, zoals voorgeschreven in de punten 1.1 en 1.4 van bijlage VI bij de gevaarlijke-stoffenrichtlijn;

c)

niet was voldaan aan de voorwaarden voor toepassing van de procedure van artikel 28 van de gevaarlijke-stoffenrichtlijn;

d)

de indelingen ten onrechte zijn gebaseerd op een afwijkingsverklaring die was opgemaakt met het oog op een risicobeoordeling door een bevoegde autoriteit volgens verordening (EEG) nr. 793/93 (4); en/of

e)

de indelingen niet zijn gemotiveerd, zoals volgens artikel 253 EG is vereist?

2)

Zijn richtlijn 2009/2/EG (5) van de Commissie (hierna: „31e AVT-richtlijn”) en/of de 1e AVT-verordening, voor zover de nikkelhydroxiden en de groep van nikkelverbindingen (hierna tezamen: „bestreden nikkelverbindingen”) hierin worden ingedeeld of opnieuw ingedeeld, in de genoemde opzichten ongeldig omdat

a)

tot de indelingen is besloten zonder toereikende beoordeling van de intrinsieke eigenschappen van de bestreden nikkelverbindingen volgens de criteria en gegevens die zijn voorgeschreven in bijlage VI bij de gevaarlijke-stoffenrichtlijn, maar in plaats daarvan op basis van bepaalde „read across”-methoden;

b)

niet afdoende is onderzocht of de intrinsieke eigenschappen van de bestreden nikkelverbindingen bij normaal gebruik een gevaar kunnen opleveren, zoals voorgeschreven in de punten 1.1 en 1.4 van bijlage VI bij de gevaarlijke-stoffenrichtlijn;

c)

niet was voldaan aan de voorwaarden voor toepassing van de procedure van artikel 28 van de gevaarlijke-stoffenrichtlijn ?

3)

Is de 1e AVT-verordening, voor zover zij de nikkelcarbonaten en de bestreden nikkelverbindingen betreft, ongeldig omdat

a)

niet was voldaan aan de voorwaarden voor toepassing van de procedure van artikel 53 van verordening (EG) nr. 1272/2008 (6) (hierna: „IVE-verordening”); en/of

b)

tot de indelingen in tabel 3.1 van bijlage VI van de IVE-verordening is besloten zonder toereikende beoordeling van de intrinsieke eigenschappen van de nikkelcarbonaten en de bestreden nikkelverbindingen volgens de criteria en gegevens die zijn voorgeschreven in bijlage I bij de IVE-verordening, maar in plaats daarvan met toepassing van bijlage VII bij de IVE-verordening?


(1)  Richtlijn 2008/58/EG van de Commissie van 21 augustus 2008 tot dertigste aanpassing aan de vooruitgang van de techniek van Richtlijn 67/548/EEG van de Raad betreffende de aanpassing van de wettelijke en bestuursrechtelijke bepalingen inzake de indeling, de verpakking en het kenmerken van gevaarlijke stoffen (Voor de EER relevante tekst) (PB L 246 van 15.9.2008, blz. 1–191).

(2)  Verordening (EG) nr. 790/2009 van de Commissie van 10 augustus 2009 tot wijziging van Verordening (EG) nr. 1272/2008 van het Europees Parlement en de Raad betreffende de indeling, etikettering en verpakking van stoffen en mengsels, met het oog op de aanpassing daarvan aan de technische en wetenschappelijke vooruitgang (Voor de EER relevante tekst) (PB L 235 van 5.9.2009, blz. 1–439).

(3)  Richtlijn 67/548/EEG van de Raad van 27 juni 1967 betreffende de aanpassing van de wettelijke en bestuursrechtelijke bepalingen inzake de indeling, de verpakking en het kenmerken van gevaarlijke stoffen (PB 196 van 16.8.1967, blz. 1–98).

(4)  Verordening (EEG) nr. 793/93 van de Raad van 23 maart 1993 inzake de beoordeling en de beperking van de risico's van bestaande stoffen (PB L 84 van 5.4.1993, blz. 1–75).

(5)  Richtlijn 2009/2/EG van de Commissie van 15 januari 2009 tot eenendertigste aanpassing aan de vooruitgang van de techniek van Richtlijn 67/548/EEG van de Raad betreffende de aanpassing van de wettelijke en bestuursrechtelijke bepalingen inzake de indeling, de verpakking en het kenmerken van gevaarlijke stoffen (Voor de EER relevante tekst) (PB L 11 van 16.1.2009, blz. 6–82).

(6)  Verordening (EG) nr. 1272/2008 van het Europees Parlement en de Raad van 16 december 2008 betreffende de indeling, etikettering en verpakking van stoffen en mengsels tot wijziging en intrekking van de Richtlijnen 67/548/EEG en 1999/45/EG en tot wijziging van Verordening (EG) nr. 1907/2006 (Voor de EER relevante tekst) (PB L 353 van 31.12.2008, blz. 1–1355).