Arrest van het Hof (Vijfde kamer) van 10 mei 2011 – Commissie/Zweden

(Zaak C‑479/10)

„Niet-nakoming – Milieu – Richtlijn 1999/30/EG – Bestrijding van vervuiling – Grenswaarden voor PM10-concentraties in lucht”

Beroep wegens niet-nakoming – Onderzoek van gegrondheid door Hof – In aanmerking te nemen situatie – Situatie bij verstrijken van in met redenen omkleed advies gestelde termijn (Art. 258 VWEU; richtlijn 1999/30 van de Raad, art. 5, lid 1)

Voorwerp

Niet-nakoming – Schending van artikel 5, lid 1, van richtlijn 1999/30/EG van de Raad van 22 april 1999 betreffende grenswaarden voor zwaveldioxide, stikstofdioxide en stikstofoxiden, zwevende deeltjes en lood in de lucht (PB L 163, blz. 41) – Overschrijding van grenswaarden voor PM 10 -concentraties in de lucht in 2005, 2006 en 2007 in de zones SW 2 en SW 4 en in 2005 en 2006 in de zone SW 5.

Dictum

1)

Door de grenswaarden voor PM10-concentraties in de lucht in 2005 tot en met 2007 in de zones SW 2 en SW 4 en in 2005 en 2006 in de zone SW 5 te overschrijden, is het Koninkrijk Zweden de krachtens artikel 5, lid 1, van richtlijn 1999/30/EG van de Raad van 22 april 1999 betreffende grenswaarden voor zwaveldioxide, stikstofdioxide en stikstofoxiden, zwevende deeltjes en lood in de lucht, op hem rustende verplichtingen niet nagekomen.

2)

Het Koninkrijk Zweden wordt verwezen in de kosten.