Zaak C-300/10

Vítor Hugo Marques Almeida

tegen

Companhia de Seguros Fidelidade-Mundial SA e.a.

(verzoek van het Tribunal da Relação de Guimarães om een prejudiciële beslissing)

„Verzekering tegen wettelijke aansprakelijkheid waartoe deelneming aan verkeer van motorrijtuigen aanleiding kan geven — Richtlijn 72/166/EEG — Artikel 3, lid 1 — Richtlijn 84/5/EEG — Artikel 2, lid 1 — Richtlijn 90/232/EEG — Artikel 1 — Recht op vergoeding door verplichte verzekering tegen wettelijke aansprakelijkheid waartoe deelneming aan verkeer van motorrijtuigen aanleiding kan geven — Wettelijke aansprakelijkheid van verzekerde — Bijdrage van slachtoffer tot schade — Beperking van recht op schadeloosstelling”

Samenvatting – Arrest van het Hof (Grote kamer) van 23 oktober 2012

Harmonisatie van wetgevingen – Verzekering wettelijke aansprakelijkheid motorrijtuigen – Richtlijnen 72/166, 84/5 en 90/232 – Bepalen van wettelijke aansprakelijkheidsregeling voor ongevallen ten gevolge van deelneming aan verkeer van motorvoertuigen – Nationale regeling die recht op vergoeding van slachtoffer beperkt of uitsluit wanneer bestuurders van betrokken voertuigen geen schuld treft – Toelaatbaarheid

(Richtlijnen van de Raad 72/166, art. 3, lid 1, 84/5, art. 2, lid 1, en 90/232, art. 1)

Artikel 3, lid 1, van richtlijn 72/166 inzake de onderlinge aanpassing van de wetgevingen der lidstaten betreffende de verzekering tegen de wettelijke aansprakelijkheid waartoe de deelneming aan het verkeer van motorrijtuigen aanleiding kan geven en de controle op de verzekering tegen deze aansprakelijkheid, artikel 2, lid 1, van de Tweede richtlijn (84/5) inzake de onderlinge aanpassing van de wetgevingen der lidstaten betreffende de verzekering tegen de wettelijke aansprakelijkheid waartoe de deelneming aan het verkeer van motorrijtuigen aanleiding kan geven, en artikel 1 van de Derde richtlijn (90/232) inzake de onderlinge aanpassing van de wetgevingen van de lidstaten betreffende de verzekering tegen de wettelijke aansprakelijkheid waartoe deelneming aan het verkeer van motorrijtuigen aanleiding kan geven, moeten in die zin worden uitgelegd dat zij zich niet verzetten tegen nationale voorschriften op grond waarvan in geval van een aanrijding tussen twee motorvoertuigen waarbij lichamelijk letsel is ontstaan bij een inzittende van een van deze voertuigen zonder dat een van de bestuurders van die voertuigen ter zake schuld heeft, de wettelijke aansprakelijkheid van de verzekerden mag worden beperkt of uitgesloten.

De dergelijke nationale regeling, die enkel beoogt het recht van het slachtoffer op schadeloosstelling en de eventuele omvang ervan te bepalen, beperkt immers niet de dekking door de verzekering van de bij een verzekerde volgens de voorschriften van het Unierecht vastgestelde wettelijke aansprakelijkheid.

Voorts bepaalt de nationale regeling weliswaar dat het slachtoffer, wanneer het door eigen schuld tot het ontstaan of de verergering van de schade heeft bijgedragen, op basis van de beoordeling door de bevoegde rechterlijke instantie van de ernst van de respectieve schuld en van de eruit voortvloeiende gevolgen, geheel of gedeeltelijk het recht op schadevergoeding verliest, doch heeft deze regeling niet tot gevolg dat het recht van het slachtoffer op schadeloosstelling door de verplichte verzekering tegen wettelijke aansprakelijkheid waartoe deelneming aan het verkeer van motorrijtuigen aanleiding kan geven, waardoor de bestuurder van het bij het ongeval betrokken voertuig is gedekt, automatisch wordt uitgesloten of onevenredig wordt beperkt.

(cf. punten 28, 35-37, 39 en dictum)


Zaak C-300/10

Vítor Hugo Marques Almeida

tegen

Companhia de Seguros Fidelidade-Mundial SA e.a.

(verzoek van het Tribunal da Relação de Guimarães om een prejudiciële beslissing)

„Verzekering tegen wettelijke aansprakelijkheid waartoe deelneming aan verkeer van motorrijtuigen aanleiding kan geven — Richtlijn 72/166/EEG — Artikel 3, lid 1 — Richtlijn 84/5/EEG — Artikel 2, lid 1 — Richtlijn 90/232/EEG — Artikel 1 — Recht op vergoeding door verplichte verzekering tegen wettelijke aansprakelijkheid waartoe deelneming aan verkeer van motorrijtuigen aanleiding kan geven — Wettelijke aansprakelijkheid van verzekerde — Bijdrage van slachtoffer tot schade — Beperking van recht op schadeloosstelling”

Samenvatting – Arrest van het Hof (Grote kamer) van 23 oktober 2012

Harmonisatie van wetgevingen — Verzekering wettelijke aansprakelijkheid motorrijtuigen — Richtlijnen 72/166, 84/5 en 90/232 — Bepalen van wettelijke aansprakelijkheidsregeling voor ongevallen ten gevolge van deelneming aan verkeer van motorvoertuigen — Nationale regeling die recht op vergoeding van slachtoffer beperkt of uitsluit wanneer bestuurders van betrokken voertuigen geen schuld treft — Toelaatbaarheid

(Richtlijnen van de Raad 72/166, art. 3, lid 1, 84/5, art. 2, lid 1, en 90/232, art. 1)

Artikel 3, lid 1, van richtlijn 72/166 inzake de onderlinge aanpassing van de wetgevingen der lidstaten betreffende de verzekering tegen de wettelijke aansprakelijkheid waartoe de deelneming aan het verkeer van motorrijtuigen aanleiding kan geven en de controle op de verzekering tegen deze aansprakelijkheid, artikel 2, lid 1, van de Tweede richtlijn (84/5) inzake de onderlinge aanpassing van de wetgevingen der lidstaten betreffende de verzekering tegen de wettelijke aansprakelijkheid waartoe de deelneming aan het verkeer van motorrijtuigen aanleiding kan geven, en artikel 1 van de Derde richtlijn (90/232) inzake de onderlinge aanpassing van de wetgevingen van de lidstaten betreffende de verzekering tegen de wettelijke aansprakelijkheid waartoe deelneming aan het verkeer van motorrijtuigen aanleiding kan geven, moeten in die zin worden uitgelegd dat zij zich niet verzetten tegen nationale voorschriften op grond waarvan in geval van een aanrijding tussen twee motorvoertuigen waarbij lichamelijk letsel is ontstaan bij een inzittende van een van deze voertuigen zonder dat een van de bestuurders van die voertuigen ter zake schuld heeft, de wettelijke aansprakelijkheid van de verzekerden mag worden beperkt of uitgesloten.

De dergelijke nationale regeling, die enkel beoogt het recht van het slachtoffer op schadeloosstelling en de eventuele omvang ervan te bepalen, beperkt immers niet de dekking door de verzekering van de bij een verzekerde volgens de voorschriften van het Unierecht vastgestelde wettelijke aansprakelijkheid.

Voorts bepaalt de nationale regeling weliswaar dat het slachtoffer, wanneer het door eigen schuld tot het ontstaan of de verergering van de schade heeft bijgedragen, op basis van de beoordeling door de bevoegde rechterlijke instantie van de ernst van de respectieve schuld en van de eruit voortvloeiende gevolgen, geheel of gedeeltelijk het recht op schadevergoeding verliest, doch heeft deze regeling niet tot gevolg dat het recht van het slachtoffer op schadeloosstelling door de verplichte verzekering tegen wettelijke aansprakelijkheid waartoe deelneming aan het verkeer van motorrijtuigen aanleiding kan geven, waardoor de bestuurder van het bij het ongeval betrokken voertuig is gedekt, automatisch wordt uitgesloten of onevenredig wordt beperkt.

(cf. punten 28, 35-37, 39 en dictum)