Arrest van het Hof (Achtste kamer) van 5 mei 2011 – Evropaïki Dynamiki/Commissie

(Zaak C‑200/10 P)

„Hogere voorziening – Arbitragebeding – Overeenkomst inzake communautaire financiële bijstand voor project in kader van programma ‚eContent’ – Opzegging van overeenkomst door Commissie – Vergoeding van daarvoor in aanmerking komende kosten – Motivering van arrest van Gerecht”

1.                     Procedure – Exceptie van niet-ontvankelijkheid – Exceptie die niet door nauwkeurige argumenten is onderbouwd – Verwerping van exceptie (Reglement voor de procesvoering van het Hof, art. 91) (cf. punten 17‑19)

2.                     Hogere voorziening – Middelen – Niet nakoming van verplichting om te antwoorden op middelen en vorderingen van partijen – Middel strekkende tot bewijs dat kosten van uitvoering van overeenkomst betreffende financiële bijstand van Unie voor project in kader van programma eContent, voor vergoeding in aanmerking komen – Verzuim van Gerecht om uitspraak te doen – Hogere voorziening gegrond (Art. 272 VWEU; Statuut van het Hof van Justitie, art. 58, eerste alinea) (cf. punten 32‑33, 42‑43)

3.                     Hogere voorziening – Middelen – Middel voor het eerst aangevoerd in hogere voorziening – Niet-ontvankelijkheid (Reglement voor de procesvoering van het Hof, art. 113, lid 1) (cf. punten 67‑68)

4.                     Hogere voorziening – Middelen – Onjuiste beoordeling van feiten – Niet-ontvankelijkheid – Toetsing door Hof van beoordeling van voor Gerecht aangedragen feiten – Uitgesloten, behoudens geval van onjuiste opvatting (Art. 256 VWEU; Statuut van het Hof van Justitie, art. 58, eerste alinea) (cf. punten 81‑84)

Voorwerp

Hogere voorziening tegen het arrest van het Gerecht (Vierde kamer) van 9 februari 2010, Evropaïki Dynamiki/Commissie (T‑340/07), waarbij het Gerecht heeft verworpen een op een arbitragebeding gebaseerd beroep strekkende tot veroordeling van de Commissie tot betaling van, enerzijds, de bedragen die zij aan rekwirante verschuldigd zou zijn en, anderzijds, schadevergoeding als gevolg van de opzegging van een overeenkomst inzake communautaire financiële bijstand voor het project „eContent Exposure and Business Opportunities” („EEBO”) (overeenkomst nr. EDC‑53007 EEBO/27873) in het kader van een communautair meerjarenprogramma ter stimulering van de ontwikkeling en het gebruik van Europese digitale inhoud op de mondiale netwerken en ter bevordering van de taalkundige verscheidenheid in de informatiemaatschappij (Programma „eContent”)

Dictum

1)

Het arrest van het Gerecht van de Europese Unie van 9 februari 2010, Evropaïki Dynamiki/Commissie (T‑340/07), wordt vernietigd voor zover het Gerecht in dat arrest heeft verzuimd uitspraak te doen over de vordering van Evropaïki Dynamiki – Proigmena Systimata Tilepikoinonion Pliroforikis kai Tilematikis AE om, ondanks de opzegging van overeenkomst EDC‑53007 EEBO/27873, de Commissie te veroordelen om haar 172 588,62 EUR te betalen aan in het kader van die overeenkomst gedragen kosten die de Commissie nog niet heeft vergoed.

2)

De zaak wordt naar het Gerecht van de Europese Unie teruggewezen voor een uitspraak over die vordering van Evropaïki Dynamiki – Proigmena Systimata Tilepikoinonion Pliroforikis kai Tilematikis AE.

3)

De beslissing omtrent de kosten wordt aangehouden.