1. Fiscale bepalingen – Harmonisatie van wetgevingen – Omzetbelasting – Gemeenschappelijk stelsel van belasting over toegevoegde waarde – Aftrek van voorbelasting – Teruggaaf van overschot
(Richtlijn 2006/112 van de Raad, zoals gewijzigd bij richtlijn 2006/138, art. 183)
2. Fiscale bepalingen – Harmonisatie van wetgevingen – Omzetbelasting – Gemeenschappelijk stelsel van belasting over toegevoegde waarde – Aftrek van voorbelasting – Teruggaaf van overschot
(Richtlijn 2006/112 van de Raad, zoals gewijzigd bij richtlijn 2006/138, art. 183)
3. Fiscale bepalingen – Harmonisatie van wetgevingen – Omzetbelasting – Gemeenschappelijk stelsel van belasting over toegevoegde waarde – Aftrek van voorbelasting – Teruggaaf van overschot
(Richtlijn 2006/112 van de Raad, zoals gewijzigd bij richtlijn 2006/138, art. 183)
1. Artikel 183 van richtlijn 2006/112 betreffende het gemeenschappelijke stelsel van belasting over de toegevoegde waarde, zoals gewijzigd bij richtlijn 2006/138, gelezen in samenhang met het beginsel van bescherming van het gewettigd vertrouwen, moet aldus worden uitgelegd dat het zich verzet tegen een nationale regeling volgens welke de termijn voor teruggave van een overschot aan belasting over de toegevoegde waarde met terugwerkende kracht wordt verlengd, voor zover krachtens deze regeling de belastingplichtige het vóór inwerkingtreding ervan verworven recht op vertragingsrente over het aan hem terug te geven bedrag wordt ontnomen.
(cf. punt 41, dictum 1)
2. Artikel 183 van richtlijn 2006/112 betreffende het gemeenschappelijke stelsel van belasting over de toegevoegde waarde, zoals gewijzigd bij richtlijn 2006/138, gelezen in samenhang met het beginsel van fiscale neutraliteit, moet aldus worden uitgelegd dat het zich verzet tegen een nationale regeling volgens welke de normale termijn voor teruggave van het overschot aan belasting over de toegevoegde waarde, na afloop waarvan vertragingsrente over het terug te geven bedrag verschuldigd is, wordt verlengd ingeval een belastingcontrole wordt ingesteld, wanneer deze verlenging tot gevolg heeft dat deze rente pas verschuldigd is na beëindiging van deze controle, terwijl dat overschot reeds is overgebracht in de drie belastingtijdvakken die volgen op dat waarin het is ontstaan. Het feit dat deze normale termijn 45 dagen bedraagt, is daarentegen niet in strijd met deze bepaling.
(cf. punt 61, dictum 2)
3. Artikel 183 van richtlijn 2006/112 betreffende het gemeenschappelijke stelsel van belasting over de toegevoegde waarde, zoals gewijzigd bij richtlijn 2006/138, moet aldus worden uitgelegd dat het zich niet ertegen verzet dat teruggave van het overschot aan belasting over de toegevoegde waarde via verrekening gebeurt.
De lidstaten beschikken immers over een zekere vrijheid bij de vaststelling van de nadere regels voor teruggave van het overschot aan belasting over de toegevoegde waarde, voor zover teruggave binnen een redelijke termijn gebeurt door betaling in gereed geld of op een gelijkwaardige wijze en de belastingplichtige geen enkel financieel risico loopt.
(cf. punten 64, 67, dictum 3)