Zaak C-38/10
Europese Commissie
tegen
Portugese Republiek
„Niet-nakoming — Artikel 49 VWEU — Belastingwetgeving — Verplaatsing van fiscale woonplaats — Overbrenging van activa — Onmiddellijke exitheffing”
Samenvatting – Arrest van het Hof (Vierde kamer) van 6 september 2012
Beroep wegens niet-nakoming – Voorwerp van geschil – Vaststelling tijdens precontentieuze procedure – Verplichting voor Commissie om in aanmaningsbrief enerzijds en in met redenen omkleed advies en beroep anderzijds zelfde grieven aan te geven – Ontbreken – Niet-ontvankelijkheid
(Art. 256 VWEU)
Vrij verkeer van personen – Vrijheid van vestiging – Verdragsbepalingen – Werkingssfeer
(Art. 49 VWEU)
Vrij verkeer van personen – Vrijheid van vestiging – Beperkingen – Belastingwetgeving – Verplaatsing van statutaire zetel en feitelijke bestuurszetel van vennootschap naar nationaal recht, of overbrenging van activa van op grondgebied van betrokken lidstaat gelegen vaste inrichting van niet-ingezeten vennootschap, naar andere lidstaat – Nationale regeling volgens welke latente meerwaarde in overgebrachte activa onmiddellijk wordt belast – Ontoelaatbaarheid
(Art. 49 VWEU)
Zie de tekst van de beslissing.
(cf. punten 15-16)
Zie de tekst van de beslissing.
(cf. punten 24-26)
Een lidstaat komt de krachtens artikel 49 VWEU op hem rustende verplichtingen niet na door de vaststelling en handhaving van bepalingen betreffende de belasting op het inkomen van rechtspersonen volgens welke in geval van verplaatsing, door een nationaalrechtelijke vennootschap, van haar statutaire zetel en feitelijke bestuurszetel naar een andere lidstaat of in geval van overbrenging, door een niet-ingezeten vennootschap van deze lidstaat, van het geheel of een deel van de activa van een op zijn grondgebied gevestigde vaste inrichting, naar een andere lidstaat de latente meerwaarde in de betrokken activa, doch niet de latente meerwaarde die is ontstaan uit zuiver nationale transacties, onmiddellijk wordt belast. Een dergelijke vennootschap wordt immers financieel benadeeld vergeleken met een vennootschap naar het recht van diezelfde lidstaat die uitsluitend op het grondgebied van laatstgenoemde soortgelijke handelingen verricht, zonder dat dit verschil in behandeling door een objectief verschil in situatie kan worden gerechtvaardigd.
(cf. punten 27-29, 35 en dictum)
Zaak C-38/10
Europese Commissie
tegen
Portugese Republiek
„Niet-nakoming — Artikel 49 VWEU — Belastingwetgeving — Verplaatsing van fiscale woonplaats — Overbrenging van activa — Onmiddellijke exitheffing”
Samenvatting – Arrest van het Hof (Vierde kamer) van 6 september 2012
Beroep wegens niet-nakoming — Voorwerp van geschil — Vaststelling tijdens precontentieuze procedure — Verplichting voor Commissie om in aanmaningsbrief enerzijds en in met redenen omkleed advies en beroep anderzijds zelfde grieven aan te geven — Ontbreken — Niet-ontvankelijkheid
(Art. 256 VWEU)
Vrij verkeer van personen — Vrijheid van vestiging — Verdragsbepalingen — Werkingssfeer
(Art. 49 VWEU)
Vrij verkeer van personen — Vrijheid van vestiging — Beperkingen — Belastingwetgeving — Verplaatsing van statutaire zetel en feitelijke bestuurszetel van vennootschap naar nationaal recht, of overbrenging van activa van op grondgebied van betrokken lidstaat gelegen vaste inrichting van niet-ingezeten vennootschap, naar andere lidstaat — Nationale regeling volgens welke latente meerwaarde in overgebrachte activa onmiddellijk wordt belast — Ontoelaatbaarheid
(Art. 49 VWEU)
Zie de tekst van de beslissing.
(cf. punten 15-16)
Zie de tekst van de beslissing.
(cf. punten 24-26)
Een lidstaat komt de krachtens artikel 49 VWEU op hem rustende verplichtingen niet na door de vaststelling en handhaving van bepalingen betreffende de belasting op het inkomen van rechtspersonen volgens welke in geval van verplaatsing, door een nationaalrechtelijke vennootschap, van haar statutaire zetel en feitelijke bestuurszetel naar een andere lidstaat of in geval van overbrenging, door een niet-ingezeten vennootschap van deze lidstaat, van het geheel of een deel van de activa van een op zijn grondgebied gevestigde vaste inrichting, naar een andere lidstaat de latente meerwaarde in de betrokken activa, doch niet de latente meerwaarde die is ontstaan uit zuiver nationale transacties, onmiddellijk wordt belast. Een dergelijke vennootschap wordt immers financieel benadeeld vergeleken met een vennootschap naar het recht van diezelfde lidstaat die uitsluitend op het grondgebied van laatstgenoemde soortgelijke handelingen verricht, zonder dat dit verschil in behandeling door een objectief verschil in situatie kan worden gerechtvaardigd.
(cf. punten 27-29, 35 en dictum)