16.6.2012   

NL

Publicatieblad van de Europese Unie

C 174/11


Arrest van het Hof (Vierde kamer) van 3 mei 2012 (verzoek om een prejudiciële beslissing ingediend door het Kammarrätt i Stockholm — Migrationsöverdomstolen — Zweden) — Migrationsverket/Nurije Kastrati, Valdrina Kastrati, Valdrin Kastrati

(Zaak C-620/10) (1)

(Dublin-systeem - Verordening (EG) nr. 343/2003 - Procedure om te bepalen welke lidstaat verantwoordelijk is voor behandeling van asielverzoek - Onderdanen van derde land die houder zijn van geldig visum, uitgereikt door „verantwoordelijke lidstaat” in zin van deze verordening - In andere lidstaat dan krachtens deze verordening verantwoordelijke staat ingediend asielverzoek - Verzoek om verblijfsvergunning in andere dan verantwoordelijke lidstaat, gevolgd door intrekking van asielverzoek - Intrekking voordat verantwoordelijke lidstaat met overname heeft ingestemd - Intrekking die einde maakt aan bij verordening nr. 343/2003 ingevoerde procedures)

2012/C 174/14

Procestaal: Zweeds

Verwijzende rechter

Kammarrätten i Stockholm — Migrationsöverdomstolen

Partijen in het hoofdgeding

Verzoekende partij: Migrationsverket

Verwerende partijen: Nurije Kastrati, Valdrina Kastrati, Valdrin Kastrati

Voorwerp

Verzoek om een prejudiciële beslissing — Kammarrätten i Stockholm — Migrationsöverdomstolen — Uitlegging van artikel 4, lid 5, tweede alinea, en van de artikelen 5, lid 2, en 16, leden 3 en 4, van verordening (EG) nr. 343/2003 van de Raad van 18 februari 2003 tot vaststelling van de criteria en instrumenten om te bepalen welke lidstaat verantwoordelijk is voor de behandeling van een asielverzoek dat door een onderdaan van een derde land bij een van de lidstaten wordt ingediend (PB L 50, blz. 1) — Voorwaarden voor de toepassing van de verordening in geval van intrekking van een asielverzoek — Intrekking van asielverzoeken die onderdanen van een derde staat in lidstaat A hebben ingediend, tijdens de procedure tot bepaling van de lidstaat die krachtens deze verordening verantwoordelijk is voor de behandeling van het verzoek, en na de aanvaarding door lidstaat B van het verzoek tot overname van de asielzoekers — Besluit van de bevoegde instantie in lidstaat A tot afwijzing van de asielverzoeken en tot toepassing van de procedure tot overdracht van de verzoekers aan lidstaat B, ongeacht het feit dat de in lidstaat A ingediende asielverzoeken zijn ingetrokken

Dictum

Verordening (EG) nr. 343/2003 van de Raad van 18 februari 2003 tot vaststelling van de criteria en instrumenten om te bepalen welke lidstaat verantwoordelijk is voor de behandeling van een asielverzoek dat door een onderdaan van een derde land bij een van de lidstaten wordt ingediend, moet aldus worden uitgelegd dat de intrekking van een asielverzoek in de zin van artikel 2, sub c, van deze verordening die plaatsvindt voordat de lidstaat die verantwoordelijk is voor de behandeling van dit verzoek heeft ingestemd met de overname van de asielzoeker, ertoe leidt dat deze verordening niet langer van toepassing is. In een dergelijk geval staat het aan de lidstaat waar het verzoek is ingediend om naar aanleiding van deze intrekking de gepaste beslissingen te nemen en in het bijzonder om de behandeling van het verzoek te beëindigen en daarover een aantekening te maken in het dossier van de asielzoeker.


(1)  PB C 72 van 5.3.2011.