26.1.2013   

NL

Publicatieblad van de Europese Unie

C 26/3


Arrest van het Hof (Vierde kamer) van 22 november 2012 — Europese Commissie/Bondsrepubliek Duitsland

(Zaak C-600/10) (1)

(Niet-nakoming - Vrij verkeer van kapitaal - Belastingheffing op dividenden en interessen die aan pensioenfondsen en pensioenkassen worden uitbetaald - Behandeling van dividenden en interessen die aan niet-ingezeten instellingen worden uitbetaald - Aftrek van exploitatiekosten die rechtstreeks verband houden met ontvangst van inkomsten in vorm van dividenden en interessen - Bewijslast)

2013/C 26/05

Procestaal: Duits

Partijen

Verzoekende partij: Europese Commissie (vertegenwoordigers: R. Lyal en W. Mölls, gemachtigden)

Verwerende partij: Bondsrepubliek Duitsland (vertegenwoordigers: T. Henze en J. Möller, gemachtigden)

Interveniënten aan de zijde van verwerende partij: Franse Republiek (vertegenwoordigers: G. de Bergues en N. Rouam, gemachtigden), Koninkrijk der Nederlanden (vertegenwoordigers: C. Wissels en C. Schillemans, gemachtigden), Republiek Finland (vertegenwoordiger: M. Pere, gemachtigde), Koninkrijk Zweden (vertegenwoordigers: A. Falk en S. Johannesson, gemachtigden), Verenigd Koninkrijk van Groot-Brittannië en Noord-Ierland (vertegenwoordigers: H. Walker, gemachtigde, bijgestaan door G. Facenna, barrister)

Voorwerp

Niet-nakoming — Schending van artikel 63 VWEU en artikel 40 EER-Overeenkomst — Nationale wettelijke regeling betreffende de belastingheffing op aan pensioenfondsen en pensioenkassen uitbetaalde dividenden en interesten, op grond waarvan bepaalde fiscale voordelen alleen gelden voor dividenden en interesten die aan ingezeten instellingen worden betaald

Dictum

1)

Het beroep wordt verworpen.

2)

De Europese Commissie draagt haar eigen kosten en die van de Bondsrepubliek Duitsland.

3)

De Franse Republiek, het Koninkrijk der Nederlanden, de Republiek Finland, het Koninkrijk Zweden en het Verenigd Koninkrijk van Groot-Brittannië en Noord-Ierland dragen hun eigen kosten.


(1)  PB C 80 van 12.3.2011.