15.6.2013 |
NL |
Publicatieblad van de Europese Unie |
C 171/2 |
Arrest van het Hof (Vierde kamer) van 25 april 2013 — Europese Commissie/Koninkrijk Zweden
(Zaak C-480/10) (1)
(Niet-nakoming - Fiscale bepalingen - Richtlijn 2006/112/EG - Artikel 11 - Nationale wettelijke regeling die mogelijkheid tot vorming van groep van personen die als één btw-plichtige kan worden aangemerkt, beperkt tot ondernemingen in financiële en verzekeringssector)
2013/C 171/02
Procestaal: Zweeds
Partijen
Verzoekende partij: Europese Commissie (vertegenwoordigers: R. Lyal en K. Simonsson, gemachtigden)
Verwerende partij: Koninkrijk Zweden (vertegenwoordigers: A. Falk en S. Johannesson, gemachtigden)
Interveniënten aan de zijde van verwerende partij: Ierland (vertegenwoordigers: D. O’Hagan, gemachtigde, bijgestaan door G. Clohessy, SC, en N. Travers, BL), Republiek Finland (vertegenwoordiger: H. Leppo, gemachtigde)
Voorwerp
Niet-nakoming — Schending van artikel 11 van richtlijn 2006/112/EG van de Raad van 28 november 2006 betreffende het gemeenschappelijke stelsel van belasting over de toegevoegde waarde (PB L 347, blz. 1) — Nationale wettelijke regeling die de toepassing van de btw-groepsregeling beperkt tot ondernemingen die actief zijn in de financiële sector
Dictum
1) |
Het beroep wordt verworpen. |
2) |
De Europese Commissie wordt verwezen in de kosten. |
3) |
Ierland en de Republiek Finland dragen hun eigen kosten. |